Kernfysica
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke deeltjes binnen een atoom hebben een lading?
A
Protonen en elektronen
B
Protonen en neutronen
C
Elektronen en neutronen
D
Alle deeltjes zijn geladen
Slide 4 - Quizvraag
12. Waaruit bestaat de kern van een atoom?
A
Protonen en elektronen
B
Neutronen en elektronen
C
Protonen en neutronen
D
Koolstof en waterstof
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat stelt het getal 14 voor in
de symbolische voorstelling van dit C-atoom?
A
het massagetal
B
de relatieve atoommassa
C
het aantal neutronen
D
het atoomnummer
Slide 9 - Quizvraag
Door welk(e) deel(tjes) wordt de massa van een atoom bepaald?
A
elektronen en protonen
B
protonen
C
protonen en neutronen
D
neutronen
Slide 10 - Quizvraag
Door welk(e) deel(tjes) wordt de massa van een atoom bepaald?
A
elektronen en protonen
B
protonen
C
protonen en neutronen
D
neutronen
Slide 11 - Quizvraag
Wat staat steeds bovenaan bij de symbolische voorstelling van een element?
A
atoomnummer
B
massagetal
Slide 12 - Quizvraag
Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen
Slide 13 - Quizvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 14 - Quizvraag
Welke deeltjes binnen een atoom hebben massa van 1u?
A
De protonen en elektronen
B
De neutronen en elektronen
C
De protonen en neutronen
D
De protonen neutronen en elektronen
