D2 / W2 Samenstellingen + aaneengeschreven of los

Leerdoelen
1. Ik kan van twee of meer woorden de juiste samenstelling spellen.
2. Ik weet wanneer een woord aaneengeschreven of los geschreven moet worden en pas dit toe.

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
1. Ik kan van twee of meer woorden de juiste samenstelling spellen.
2. Ik weet wanneer een woord aaneengeschreven of los geschreven moet worden en pas dit toe.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is goed?
A
stadwacht
B
stadswacht

Slide 3 - Quizvraag

Wat is goed?
A
drugbeleid
B
drugsbeleid

Slide 4 - Quizvraag

Wat is goed?
A
stationhal
B
stationshal

Slide 5 - Quizvraag

Wat is goed?
A
fietstoel
B
fietsstoel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed?
A
personeelzaken
B
personeelszaken

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Wat is goed?
A
zonnebril
B
zonnenbril

Slide 9 - Quizvraag

Wat is goed?
A
rodekool
B
rode kool

Slide 10 - Quizvraag


A
pikkendonker
B
pikkedonker

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed?
A
paardenbloem
B
paardebloem

Slide 12 - Quizvraag

Wat is goed?
A
berenverblijf
B
bereverblijf

Slide 13 - Quizvraag

Wat is goed?
A
berensterk
B
beresterk

Slide 14 - Quizvraag

Wat is goed?
A
schattenbout
B
schattebout

Slide 15 - Quizvraag

Wat is goed?
A
klerenzooi
B
klerezooi

Slide 16 - Quizvraag

Wat is goed?
A
gedachtekronkel
B
gedachtenkronkel

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Wat is goed?
A
gitaar spelen
B
gitaarspelen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is goed?
A
vijfsterren hotel
B
vijfsterrenhotel

Slide 20 - Quizvraag

Wat is goed?
A
waar heen
B
waarheen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is goed?
A
vijf duizend
B
vijfduizend

Slide 22 - Quizvraag

Wat is goed?
A
vijf miljard
B
vijfmiljard

Slide 23 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Je bent te goed voor deze functie.
B
Je bent tegoed voor deze functie.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is goed?
A
De broek is te kort.
B
De broek is tekort.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Het te kort op de rekening is weer aangevuld.
B
Het tekort op de rekening is weer aangevuld.

Slide 26 - Quizvraag