3GR week 36

Vrijdag 9 september

1. terugblik maandag 
2. korte overhoring rijtjes 
3. opdracht in twee/drietallen

Lesdoel: je leert zelf instructies te maken voor anderen.


4. Starten in muthos 5: De deponente werkwoorden  

Lesdoelen: je kunt uitleggen wat'deponent' betekent.
Je kunt deponente werkwoorden herkennen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 9 september

1. terugblik maandag 
2. korte overhoring rijtjes 
3. opdracht in twee/drietallen

Lesdoel: je leert zelf instructies te maken voor anderen.


4. Starten in muthos 5: De deponente werkwoorden  

Lesdoelen: je kunt uitleggen wat'deponent' betekent.
Je kunt deponente werkwoorden herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen :) 
1. Tekst lezen (alfabet herhalen)
2. Omcirkel de persoonsvormen+ vertaling (hele tekst)
3. Noteer de nom, acc, gen, dat+ functie+ vertaling (r.1-7)
4. αὐτός: welke vormen zie je terug? hoe zijn die vertaald? (hele tekst)
5. staan er partikels in de tekst? zijn die vertaald? (hele tekst)
Klaar? Probeer gatentekst 7B in te vullen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Behandelde stof 
1. Grieks alfabet
2. εἶναι, λύειν 
3. alle vier naamvallen 
4. ὅδε, ἥδε, τόδε
5. αὐτός en ἑαυτόν
6. Bindpartikels
7.  het passief
8. Naamwoorden op -α, -ας
9. μέν en δέ
10. Gesubstantiveerde adjectieven
11. Ellips
12.  Buitenbeentjes 1e klasse
13. Voorzetsels en
        plaatsbepaling
14.  Schrijfwijze voorzetsels
15.  De persoonlijke
        voornaamwoorden










Slide 3 - Tekstslide

Wat mogen we afstrepen? 
2. rijtjes 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. instructie-opdracht: hoe zouden jullie dit aan elkaar uitleggen?
Zoek de uitleg op in het boek en ontwerp zelf instructies om het onderdeel uit te leggen. 
Beantwoord in elk geval onderstaande vragen. Je mag ook andere dingen toevoegen. 

1. Wat houdt dit grammatica-onderdeel in? Beschrijf het kort. 
2a. Hoe kun je het in een Griekse zin tegenkomen (noem twee voorbeelden uit een van de teksten in Muthoi)
2b. en hoe moet je het dan vertalen? 
3. Hoe kun je dit onderdeel het beste leren/oefenen/begrijpen?
4. Wat zijn eventuele valkuilen bij het herkennen/vertalen? (Kun je het bijv. verwarren met een ander Grieks woord/onderdeel/etc.)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeling in groepjes

1  ὅδε, ἥδε, τόδε
bindpartikels, μέν en δέ 
 het passief
4 αὐτός en ἑαυτόν 
Groepsrollen

1 persoon maakt notities
1 persoon presenteert
1 persoon leidt het gesprek 
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructies delen
Korte samenvatting geven van de bevindingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond dit een nuttige opdracht
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

4. muthos 5
1. Eerst even herhalen: actief en passief
2. Deponente werkwoorden:
-wat is het?
-hoe kun je het herkennen?
-hoe kun je het vertalen? 
3. oefenen, p.97-99

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel: ik kan uitleggen wat 'deponent' betekent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel: hoe zie je aan het grondwoord of een woord deponent is of niet?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies