Week 9 - 2b - d-toets lesstof H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom!

1

WELKOM!

 Schrift

   Pen

Wat ligt er op je tafel?

• D-toets maken over leersteksten
  
• Vragen stellen
  
• Kahoot

Vandaag

De door jouw gekozen taak heb je af.

 Huiswerk:

Programma:

• H3.3 - Je kunt meningen en argumenten herkennen.
• H3.3 - Je kunt signaalwoorden voor een reden en een conclusie herkennen in een tekst.
• H3.3 - Je weet wat een betoog is.
• H3.3 - Je kunt het tekstdoel 'overtuigen' herkennen.
• H3.4 - Je kunt een mening geven en dit onderbouwen met argumenten.
• H3.4 - Je kunt korte en lange zinnen afwisselen in een tekst.
• H3.4 - Je kunt signaalwoorden en verwijswoorden gebruiken.
• H3.7 - Je kunt lange zinsdelen benoemen
• H3.7 - Je kunt een zin onderverdelen in zinsdelen.  
  

• H3.8 - Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-,ver-, her-, en ont;
• H3.8  - Je leert hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare w1H3.8 - Je kent de regels van het
               gebruik van de hoofdletter;
  

LESDOELEN

Blauw

• Test jezelf 3.7
• NUMO-taak zinsdelen

Aan de slag:

Oranje

Test jezelf H3.8

Groen

• H3.3 - opdr. 18
   t/m 21
• NUMO-taak
   signaalwoorden

Hierna kan een aantal leerlingen naar het leerplein. Ze krijgen hun leesboek mee of de kahoot-opdracht.

• Je krijgt 9 vragen over de leerteksten die in je werkboek
   staan.
  
  
• Heb jij al geleerd voor het proefwerk? Probeer ze dan uit je
   hoofd te beantwoorden.
  
  
• Bedenk zelf een vraag over H3.8
  
  
• De antwoorden op de vragen krijg je niet. Als je klaar bent,
   krijg je de d-toets van een ander en zoek je de antwoorden
   op.

Volgende week: SO H1.7 en H1.8

Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.

Geef zelf antwoord op de laatste vraag.

Zoek daarna alle antwoorden op in werkboek A. Hoeveel vragen heeft je klasgenoot goed beantwoord?

Nakijken

Ik zal een aantal herhalingstaken klaarzetten in NUMO voor het SO.

Let op! Ken de regels voor de verschillende tijden!

• TT: Hij concentreerd / concentreert zich beter tijdens de les.
• VD: Hij heeft zich heel goed geconcentreerd / geconcentreert.
• VT: Hij concentreerde zich als de beste!

TT

Ik maak (stam)

Jij maakt (stam + -t)

Hij/zij maakt (stam + -t)

VT

Ik maakte (stam + -te)

Jij maakte(stam + -te)

Hij/zij maakte(stam + -te)

In tweetallen overleggen welke afspraken we kunnen maken adhv de plaatjes. Bijv: Wat betekent respect voor jou/jullie?

• H3.3 - Je kunt meningen en argumenten herkennen.
• H3.3 - Je kunt signaalwoorden voor een reden en een conclusie herkennen in een tekst.
• H3.3 - Je weet wat een betoog is.
• H3.3 - Je kunt het tekstdoel 'overtuigen' herkennen.
• H3.4 - Je kunt een mening geven en dit onderbouwen met argumenten.
• H3.4 - Je kunt korte en lange zinnen afwisselen in een tekst.
• H3.4 - Je kunt signaalwoorden en verwijswoorden gebruiken.
• H3.7 - Je kunt lange zinsdelen benoemen
• H3.7 - Je kunt een zin onderverdelen in zinsdelen.  
  

• H3.8 - Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-,ver-, her-, en ont;
• H3.8  - Je leert hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare w1H3.8 - Je kent de regels van het
               gebruik van de hoofdletter;
  

LESDOELEN

Laatste vragen?