3 nov. Kapitel 2/Teil A Hören und E Grammatik

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
  • Weet je hoe je een luisterfragment kunt begrijpen
  • heb je geoefend met woorden D-N
  • Kun je de Nominativ en Akkusativ in een zin herkennen en toepassen

Slide 2 - Tekstslide




Wie werdet ihr das machen?

Hören und Machen:

- Logotivi - die Nachrichten
- die Aufgaben zu Teil A Sehen
- die Aufgaben zu Teil E Grammatik
Instruktion:
zu Hören und Grammatik

Slide 3 - Tekstslide

Nehmt euer Heft und Kulli und notiere
Stichwörter zu den Nachrichten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link


Welke strategieën heb je gebruikt om de tekst te begrijpen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aufgabe
Was?
Sebständig die Aufgaben 1 und 2 (A Sehen) machen
Wie? 
Selbständig, alleine, mit Ohrstöpsel
Hilfsmittel? 
Lernliste Teil A
Ergebnis?
>70%
Fertig? Mache die Aufgaben 20 und 22 zu E Grammatik

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Instruktion Personalpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden

Onderwerp = 
Lijdende vorm = 
Meewerkende vorm = 
en vormen

1ste naamval =  ?
4de naamval = ?
3de naamval = ?

Slide 14 - Tekstslide

Vormen

Onderwerp =
Lijdende vorm =
Meewerkende vorm =
Vormen

1ste naamval = Nominativ
4de naamval = ?
3de naamval = ?

Slide 15 - Tekstslide

Vormen

Onderwerp =
Lijdende vorm =
Meewerkende vorm =
Vormen

1ste naamval = Nominativ
4de naamval = Akkusativ
3de naamval = ?

Slide 16 - Tekstslide

Vormen

Onderwerp =
Lijdende vorm =
Meewerkende vorm =
Vormen

1ste naamval = Nominativ
4de naamval = Akkusativ
3de naamval = Dativ

Slide 17 - Tekstslide

Vormen komen voor na:
  • Voorzetsels
  • Bij bijzondere werkwoorden
  • Ontleden

Slide 18 - Tekstslide

Na welke voorzetsels komt de Akkusativ vorm? Noem er minstens 5

Slide 19 - Open vraag

Voorzetsel met Akkusativ vorm

durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang


door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs

Slide 20 - Tekstslide

Das Buch ist für (jou) ...............
A
dir
B
dich
C
sie
D
Sie

Slide 21 - Quizvraag

Na welke voorzetsels komt de Dativ vorm? Noem er minstens 5

Slide 22 - Open vraag

Voorzetsels met Dativvorm
mit
nach
bei
seit
von
zu
aus
außer 
gegenüber

met
naar
bij
sinds
van
tot/naar
uit
behalve
tegenover

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Ich gebe (haar) ....... das Buch
A
ihm
B
dir
C
ihnen
D
ihr

Slide 25 - Quizvraag

Ontleden
Onderwerp = hoofdpersoon / actief
Lijdende vorm = ondergaat wat hoofdpersoon doet/wil/maakt enz.
Meewerkende vorm = aan of voor wie/wat?

Slide 26 - Tekstslide

Ontleed de volgende zin. Beargumenteer (regels toepassen)
Ich zeige dir ein Video über Gesundheit.
Nominativ = 
Akkusativ = 
Dativ = 

Slide 27 - Tekstslide

Aufgabe Kapitel 2
Was?
Mache die Aufgaben 20, 22 - 29 zu Grammtik E
Wie?
zu zweit
Hilfsmittel?
Lernliste Teil A
Ergebnis?
>70%

Fertig? 

Mache die Aufgabe 15 zu D Lesen
Wie?
zu zweit
Hilfsmittel?
Lernliste  D-N Teil D/Wörterbuch
Ergebnis?
>70%
oder: Lerne Grammatik/Wörter D-N
timer
30:00

Slide 28 - Tekstslide