M1 Unité 5 - grammaire II (het bijvoeglijk naamwoord)

 le 3 juin 2024
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 le 3 juin 2024

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: aan het einde van de les...
- kan ik zelf in een Franse zin het bijvoeglijk naamwoord plaatsen.

Slide 2 - Tekstslide

Welke Franse bijvoeglijke
naamwoorden ken ik al?

Slide 3 - Woordweb

Unité 5 - de vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Wat is het bijvoeglijk naamwoord? (herhaling)
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord (= personen en dingen).
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord.




BV: Bram is klein                            -Bram est petit
        Marie is klein                           - Marie est petite
       Bram et Youp zijn klein        - Bram et Youp sont petits
       Marie et Laila zijn klein       - Marie et Laila sont petites

Slide 4 - Tekstslide

Unité 5 -  het bijvoeglijk naamwoord
De plaats van het bijvoeglijk naamwoord:
1. het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord
BV: Ma mère porte une jupe verte 

2. Onderstaande bijvoeglijk naamwoorden komen VOOR het znw:
     Joli                                 aardig, leuk                       petit                          klein 
     grand                            groot                                    bon, bonne            goed, lekker 
     nouveau, nouvelle   nieuw                                  beau / belle            mooi
BV: Mon père a acheté un nouveau pantalon 
 


Slide 5 - Tekstslide

Unité 5 - : het bijvoeglijk naamwoord
UITZONDERING
De volgende woorden krijgen geen extra –e bij vrouwelijk enkelvoud. Deze woorden veranderen helemaal.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Yannick porte toujours des pantalons (gris)

Slide 8 - Open vraag

Sa veste est très (grand)

Slide 9 - Open vraag

Sa jupe est (nouveau)

Slide 10 - Open vraag

Au travail 
Faire: ex. 16A t/m D blz 58
Apprendre: apprendre 1 t/m 5 + 10

Slide 11 - Tekstslide