Les 3 CV en Motivatie+ peerfeedback CV

Wat gaan we doen deze les?
  • Alles herhalen spelling en grammatica
  • Theorie sollicitatiebrief en briefconventies
  • Afmaken CV op maat (stage gekozen op stagemarkt.nl?)
  • Beginnen/verder werken aan het schrijven motivatiebrief

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen deze les?
  • Alles herhalen spelling en grammatica
  • Theorie sollicitatiebrief en briefconventies
  • Afmaken CV op maat (stage gekozen op stagemarkt.nl?)
  • Beginnen/verder werken aan het schrijven motivatiebrief

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik begrijp aan welke conventies een motivatiebrief (zakelijke brief) moet voldoen.
  • Ik ben in staat een motivatiebrief te schrijven, gericht aan mijn stagebedrijf.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletter?
A
Maandag
B
maandag

Slide 3 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 4 - Quizvraag

Voltooid deelwoord
Zij heeft het aan mij .....
A
beloofd
B
belooft
C
beloven

Slide 5 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
CAO
B
cao

Slide 6 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(Worden) ... toch eens volwassen!
A
Word
B
Wordt
C
Werd
D
Worden

Slide 7 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt

Slide 8 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 10 - Quizvraag

Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis.

Slide 11 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 12 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
BTW
B
btw

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 14 - Quizvraag

Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school."
C
Sanne zegt: "Mijn fiets staat nog op school"
D
Sanne zegt "Mijn fiets staat nog op school."

Slide 15 - Quizvraag

Je gebruikt een dubbele punt bij...
A
een opsomming
B
een verklaring
C
een citaat

Slide 16 - Quizvraag

Waar staat het juiste accent?
A
ampère
B
ampére

Slide 17 - Quizvraag

Waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt?
A
binnen en buitenkant
B
binnen- en buitenkant

Slide 18 - Quizvraag

Trema?
Welke vorm is onjuist?
A
kopiëren
B
geïllustreerd
C
Groot-Brittannië
D
gefinanciërd

Slide 19 - Quizvraag

De leerling ging enthousiast aan de slag met zijn huiswerk.
Waar komen de aanhalingstekens?
A
Om het woord 'leerling'
B
Om het woord 'slag'
C
Om het woord 'enthousiast'
D
Om het woord 'ging'

Slide 20 - Quizvraag

Apostrof of niet?


A
Karins handtas
B
Karin's handtas
C
Karins' handtas
D
Karins's handtas

Slide 21 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning

Slide 22 - Quizvraag

4.4 Einde op -e of -en

Mijn auto is beter dan die van....
A
andere
B
anderen

Slide 23 - Quizvraag

4.4 Einde op -e of -en

De directeur zei: "Dit geldt voor jullie....
A
beide
B
beiden

Slide 24 - Quizvraag

4.4 Einde op -e of -en

Dit mobieltje is goedkoper dan....
A
andere
B
anderen

Slide 25 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
driekamer appartement
B
driekamerappartement
C
drie-kamer-appartement
D
drie kamer appartement

Slide 26 - Quizvraag

Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader

Slide 27 - Quizvraag

Briefconventies oefening
De docent deelt de oefening uit: de gegevens op het papier moeten komen op de juiste plek in de brief. Hoe ga ik deze ordenen? En is er informatie vergeten?

Slide 28 - Tekstslide

Wat gaan we nu doen?
  • CV op maat afmaken 
  • Beginnen/verder werken aan motivatiebrief

Slide 29 - Tekstslide

Komende les
  • Vrijdag hebben we de spelling/grammatica toets
  • Hierna werken we verder aan de motivatiebrief

Slide 30 - Tekstslide