De 6 P's - Les 3: Prijs

"Wat kost een Koekie?"
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomiePraktijkonderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

"Wat kost een Koekie?"

Slide 1 - Tekstslide

Prijs

Les 3
Doelen:
- Ik weet wat de ‘P’ van prijs betekent;
- Ik kan door plaatjes uit een tijdschrift laten zien wat er wordt bedoeld met het woord prijs en kan dit in mijn eigen woorden uitleggen;
- ik weet wat psychologische prijzen betekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zou de "P" van prijs betekenen?

Slide 3 - Open vraag

De prijs van het product waarvoor je het verkoopt. 

De prijs hangt samen met de kwaliteit van het product.
 
De prijs is belangrijk: het mag niet te duur zijn, maar het kan ook niet te goedkoop zijn, want dan verdien je te weinig. 

Een lage prijs wordt ook vaak gezien als slechte kwaliteit.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel kost een potlood ongeveer?
A
€ 0,02
B
€ 2,49
C
€ 0,50
D
€ 37,69

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel kost een merk-jeans ongeveer?
A
€ 2,49
B
€ 39,95
C
€ 129,-
D
€ 289,99

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel kost een (nieuwe) kleine auto ongeveer?
A
€ 199,-
B
€ 2689,-
C
€ 45.699,-
D
€ 10.999,-

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel kost een zak koekjes in de winkel?
A
€ 0,50
B
€ 2,-
C
€ 4,99
D
€ 10,-

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht 1:

Ga opzoek naar vergelijkbare producten (koekjes) en let hierbij op de prijs. Wat zou een goede prijs kunnen zijn voor jouw koekje! 

Slide 9 - Tekstslide

Wat valt je op aan de prijzen?
€1,95 - €2,95 - €3,49
Waarom zouden we dit zo doen?

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 2:

Maak een aantrekkelijke prijs en geef deze de aandacht:

Slide 11 - Tekstslide