Anatomie Spijsvertering

Quiz Anatomie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz Anatomie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaan we onder het proces van de spijsvertering?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke delen bestaat het spijsverteringskanaal?

Slide 3 - Woordweb

Het spijsverteringsstelsel bestaat uit: mond, tanden, speeksel, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm en einddarm. Samen zorgen ze voor de vertering van het eten en drinken. Dit zijn de spijsverteringsorganen: de slokdarm, de maag, de dunne darm en de dikke darm.
Verteringssappen bevatten enzymen. Wat zijn enzymen?
A
bacteriën
B
mineralen
C
eiwitten
D
elektrolyten

Slide 4 - Quizvraag

Enzymen zijn eiwitten die door de cellen worden gemaakt en die chemische processen in ons lichaam bevorderen. Ze kunnen binden en ze kunnen verteren.
Tot welke stoffen worden eiwitten, koolhydraten en vetten verteerd?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies heeft de tong?
A
Proeven
B
Praten
C
Eten en drinken
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Je gebruikt je tong bij eten, drinken, proeven en praten. Op de tong zitten smaakpapillen. Daarmee kun je dingen proeven. De smaakpapillen aan de voorkant van de tong zijn klein.
Welke speekselklieren kennen we en waar liggen ze?

Slide 7 - Woordweb

De 3 speekselklieren; 
2 oorspeekselklieren , 
2 onderkaakspeekselklieren en
2 ondertongspeekselklieren.

Welk enzym komt voor in speeksel en op welke voedingsstoffen werkt dit enzym in?

Slide 8 - Open vraag

Speeksel bestaat uit slijm en amylase. Slijm zorgt ervoor dat voedsel makkelijk ingeslikt kan worden. Amylase is een enzym dat amylose, ook wel bekend als zetmeel, omgezet wordt in maltose. Het autonome zenuwstelsel zorgt ervoor dat deze productie van slijm en amylase op gang komt.
Waardoor wordt verhinderd dat bij het slikken het voedsel in de luchtpijp terecht komt
A
Er gaat iets mis bij het slikken
B
Door te praten en/of lachen tijdens het eten
C
Door rugligging (hoofd naar achter gestrekt
D
Er kan niets in de luchtpijp terecht komen

Slide 9 - Quizvraag

Er gaat iets mis bij het slikken, het strottenklepje sluit dan niet goed af door : praten ,
       lachen tijdens eten, hoofd naar achteren gestrekt ( rugligging b.v.) Het gevaar is dat er
       voedsel in de luchtpijp komt , gevolg hoesten. Of in de neusholte ; niezen. Indien
       voeding niet eruit komt; verstikking , of ontsteking ( aspiratiepneunomie).

Waarom hoesten en niezen we?
A
Kriebel in de neus/keel
B
Vastzittend slijm, stof en/of iets anders
C
Het heeft niet altijd een oorzaak/reden
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Hoesten is een normale reactie van uw lichaam als er slijm, stof of iets anders in uw luchtwegen vastzit. Doordat er iets in uw luchtwegen vastzit, raakt het slijmvlies in uw longen, luchtpijp en/of keel geïrriteerd. Door te hoesten, worden het slijm, de stofjes of het voorwerp in uw luchtwegen verwijderd.
Hoe wordt de spijsbrij door het darmkanaal bewogen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer zien we antiperistaltiek?
A
Bij braken
B
Afsluiting van de darmen
C
Diarree
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Bewegingen in tegengestelde richting. 

(bijvoorbeeld: bij braken is in de slokdarm peristaltiek van de maag naar de mond, in plaats van van de mond naar de maag)
Welke functies heeft de maag?
A
Het kneden van voedsel
B
Opslaan van water en voedsel
C
Mengen van voedsel met maagsap
D
Transporten van voedsel naar de dunne darm

Slide 13 - Quizvraag

De functies (4) van de maag zijn ;
       - opslaan van water en voedsel,
       - het mengen van voedsel met maagsap,
       - het kneden van voedsel ,
       - het transporteren van voedsel naar de dunne darm.

Hoe lang blijft het voedsel gemiddeld in de maag?
A
24uur
B
1 tot 3 uur
C
2 tot 5 uur
D
12uur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor stroomt de maaginhoud niet zomaar terug in de slokdarm?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de dikke slijmlaag tegen de maagwand?
A
Beschermt de maagwand
B
Het heeft geen functie
C
Helpt bij de vertering van het voedsel
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 16 - Quizvraag

De dikke slijmvlieslaag aan de binnenkant van de maag, beschermt de maagwand tegen de inwerking van het zuur. Het zoutzuur in maagsap maakt voedsel toegankelijk voor de spijsverteringsenzymen, en het activeert deze enzymen. Daarnaast remt zoutzuur de groei van bacteriën, die we met ons voedsel binnenkrijgen.
Uit welke bestanddelen is het maagsap opgebouwd?
A
zoutzuur , pepsine, intrinsic factor, slijm
B
Slijm, zoutzuur, enzymen
C
Zoetzuur, eiwitten
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 17 - Quizvraag

zoutzuur , pepsine( eitwitafbraak), intrinsic factor, stof voor opnamen vitamine B12 .

Waar zit de maagportier en wat is zijn functie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke bestaat de dunne darm?
A
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm, kronkeldarm
B
Twaalfvingerige darm, kronkeldarm, dikke darm.
C
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm, dikke darm
D
Nuchtere darm, kronkeldarm, endeldarm

Slide 19 - Quizvraag

De dunne darm is ongeveer vijf meter lang en bestaat uit drie delen: de twaalfvingerige darm, nuchtere darm (jejunum) en de kronkeldarm (ileum). De twaalfvingerige darm is 25 centimeter lang. Hier wordt het eten gemengd met spijsverteringsenzymen die aangemaakt zijn door de lever en alvleesklier.
Hoelang is de dunne darm?
A
1 meter
B
3 meter
C
30 cm
D
5 meter

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee organen monden uit in de 12-vingerige darm?
A
Alvleesklier en galblaas
B
Alvleesklier en maag
C
Lever en alvleesklier
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 21 - Quizvraag

De afvoerbuis van de alvleesklier en de galbuis monden gezamenlijk uit in de twaalfvingerige darm.
Wat is vooral de functie van de dunne darm?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van plooien en vlokjes in de dunne darm?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eén darmvlok bevat een bloedvaatje en een lymfevaatje.
Hierin komen de kleingemaakte voedingsstoffen.
Waar gaat het bloedvaatje naar toe en waar gaat het lymfevaatje naar toe?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week AFP
Urinewegstelsel

Module 10
Het urinewegstelsel
- Certificaat behalen inleveren in ANS 
Ook van het skelet, spierstelsel, spijsvertering! 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies