In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H5, §5.2 De middeleeuwse stad
Slide 1 - Tekstslide
Herinnering vorige les
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen:
Hoe handel rond 1000 weer opkomt vergelijkbaar met niveau Romeinen
Hoe steden groeien en ontstaan
Wat stadsrechten zijn
Hoe de stedelijke samenleving gelaagd is
Slide 3 - Tekstslide
Middeleeuwse stad
Je gaat zo een middeleeuwse stad zien
Zoek twee dingen waaraan je herkent dat deze stad middeleeuws is
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Kaart
Welke middeleeuwse zaken heb je gevonden?
Slide 6 - Open vraag
Weinig handel
Tussen 500 en 1000 is er weinig handel in Europa
Reizen is gevaarlijk door rovers
Ook zijn de wegen slecht onderhouden
Daarnaast is het door tolheffingen erg duur
Romeinse wegen
Middeleeuwse wegen
Tol is geld dat je moet betalen om een brug of weg te mogen gebruiken
Slide 7 - Tekstslide
Weinig landbouwopbrengst
Aan het begin van de middeleeuwen is er minder landbouw
Mensen zijn zelfvoorzienend (autarkisch), dus maken alleen voedsel voor zichzelf en hun heer
Ze kunnen ook niet meer maken door te weinig grond en slechte technieken
Let op
Dit stuk over de landbouw staat niet in je boek. Echter is dit wel een belangrijke oorzaak van de opkomst van steden.
!
Slide 8 - Tekstslide
Meer landbouwopbrengsten
Rond 1000 gaat het beter met de landbouw
Horigheid verdwijnt langzamerhand en boeren worden vrijer
Zij zorgen voor 2 dingen:
Meer landbouwgrond
Betere technieken
Slide 9 - Tekstslide
Meer landbouwgrond
Rond 1000 zijn er in Nederland veel moerassen
Boeren besluiten deze droog te leggen: inpolderen
Ook worden er bossen gekapt
Zo is er meer ruimte voor landbouw
Slide 10 - Tekstslide
Filmpje
Inpolderen in de 20ste eeuw
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Betere landbouwtechnieken
Er worden ook betere technieken uitgedacht :
Drieslagstelsel
De grond werd verdeeld in 3 delen. Ieder jaar had een stuk een ander doel. Het ene jaar graan dat in zomer groeit, het andere jaar graan voor de winter en daarna even niets (braak). Zo kon de grond herstellen.
Haam
Door de Haam konden paarden en ossen makkelijker een ploeg trekken, zonder pijn. Eerst ging dit gewoon met een touw om de nek.
Hoefijzer
Hoefijzers beschermden de hoeven van paarden en ossen tegen beschadiging en infecties. Hierdoor konden ze beter en harder werken.
Slide 13 - Tekstslide
Op de markt . . .
De verbetering in de landbouw zorgt voor meer voedsel
Meer mensen kunnen gevoed worden (bevolkingsgroei)
Boeren houden zelfs voedsel over
Het voedsel dat over is werd verkocht op de markt
Vanaf 1000 groeit de Europese bevoking snel
Slide 14 - Tekstslide
Ambachtslieden
Mensen die voedsel kochten hoeven zelf geen boer te zijn
Zij kunnen ander werk doen
Deze mensen worden ambachtslieden of handelaren
De boeren kunnen juist hun spullen kopen
Mensen die spullen met de hand (en gereedschap) maken
Slide 15 - Tekstslide
Noem 3 voorbeelden van een ambacht
Slide 16 - Open vraag
Filmpje
Naar de markt en ambachtslieden
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Verstedelijking
Zoals je ziet gaan mensen bij de markt wonen
Drukke markten groeien uit tot steden
Er ontstaat zo weer een landbouwstedelijke samenleving
De meeste steden ontstaan bij rivieren
Slide 19 - Tekstslide
Zet de gebeurtenissen voor verstedelijking op de juiste plek in de schakels. De eerste is al ingevuld.
1
2
3
4
6
5
Horigheid verdwijnt en boeren worden vrij
Er komt meer land en betere technieken voor de landbouw
Boeren produceren meer voedsel dan ze zelf nodig hebben
Boeren en handelaren verkopen voedsel op de markt
Niet iedereen moet boer zijn, dus er komen ambachtslieden
Ambachtslieden en handelaren gaan bij de markt wonen
Slide 20 - Sleepvraag
Herleving van handel
In de 11de en 12de eeuw gaan handelaren samenwerken
In gilden
Met andere steden (Hanze)
Met de koning
Slide 21 - Tekstslide
Gilden
Er komen vele ambachtslieden (Gent, Brugge, Amsterdam)
Zij besluiten te gaan samenwerken in verenigingen
Zo'n vereniging noemt men een gilde
Ieder ambacht heeft zijn eigen gilde (vakvereniging)
Slide 22 - Tekstslide
Voordelen
Als lid van een gilde mag je je ambacht uitvoeren
Maar het gilde zorgt ook voor bejaarde en zieke leden
Als een lid overlijdt, betaalt het gilde de begrafenis
Maar ze geven ook veel feesten en andere steun
Slide 23 - Tekstslide
Lid worden
Als je lid wilde worden moest je in de leer bij een meester
Als leerling leer je de basis
Daarna kun je als gezel voor de meester gaan werken
Om zelf meester te worden moest je een meesterproef doen
Hiermee laat je al je kennen en kunnen zien. Dit waren altijd enorm lastige projecten waar je veel ervaring en kennis voor nodig had.
Slide 24 - Tekstslide
Leg uit wat een meesterproef is
Slide 25 - Open vraag
Hanze
Ook handelaren gaann met elkaar samenwerken
De belangrijkste samenwerking is de Hanze
Deze samenwerking heeft drie voordelen:
Er kon meer gekocht en verkocht worden
1
Samen reizen is veiliger
2
Ze stonden sterker tegenover machtige edelen (ze mochten meer)
3
Samenwerking van handelaren uit verschillende steden rond de Noordzee en Oostzee
Slide 26 - Tekstslide
Machtige steden
Je snapt nu hoe steden kunnen groeien
De steden worden erg groot en vooral rijk
Maar de heer of koning heeft het vaak voor het zeggen in de stad -> stedelingen willen zelf gaan beslissen over hun stad (!)
Slide 27 - Tekstslide
Stadsrechten
De heer wil de stad best meer rechten geven; in ruil hiervoor moet de stad veel geld betalen aan de heer. In de stadsrechten wordt bepaald wat de stad wel en niet mocht
Bijvoorbeeld:
Tol
Tol is een belasting die betaald moet worden om van een weg, brug of vaarroute gebruik te mogen maken. De stad kon deze tol vragen.
Muren
Een stad mocht muren om de stad bouwen. Hiermee konden stedelingen zichzelf verdedigen.
Rechtspraak
Een stad mocht de eigen regels bepalen. Zo kon je voor diefstal in de ene stad je handen kwijtraken terwijl je in een andere stad alleen een boete betaalt.
Geld
Een stad mocht zijn eigen munten maken.
Stadsrechten
Dit zijn stadsrechten. Onderaan zie je de zegels, dat waren handtekeningen van belangrijke mensen.
Slide 28 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een stadsrecht
Slide 29 - Open vraag
Filmpje
Stadsrechten
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt. Een stad had meestal een haven, wat in het Latijn portus is
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond.
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.
Een middeleeuwse stad. Wat is er allemaal te zien?
Slide 32 - Tekstslide
Geef een korte beschrijving van een middeleeuwse stad zoals op de afbeelding
Slide 33 - Open vraag
Soc. stratificatie in de stedelijke samenleving
De mensen in de steden waren vrij, maar niet gelijk
Net als de Egyptische samenleving was de bevolking gelaagd
Slide 34 - Tekstslide
Filmpje
Het leven in de middeleeuwse stad
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk vier vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00
Slide 37 - Tekstslide
Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Kanonhard aan de slag met de verwerkingsvragen (blz. 80 t/m 84) Courtesy of mister van den Ende ;-)