Beeldspraak: vergelijking, metafoor en personificatie

Beeldspraak
Metafoor, vergelijking en personificatie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beeldspraak
Metafoor, vergelijking en personificatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen vergelijking, metafoor en personificatie.

Aan het eind van de les kun je:
  • Uitleggen wat er bedoeld wordt met beeldspraak
  • Uitleggen wat een vergelijking is en het beeld en object benoemen
  • Uitleggen wat een metafoor is
  • uitleggen wat een personificatie is

Slide 2 - Tekstslide

Beeldspraak 
  • Het gebruik van woorden in een figuurlijke betekenis
    er wordt dan iets anders bedoeld dan er letterlijk staat. 
  • Wordt vaak gebruikt in gedichten

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we nog van onderstaande vormen van beeldspraak?
- Vergelijking
- Metafoor
- Personificatie

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijking 
  • De dichter vergelijkt iets of iemand met iets of iemand anders.

- Zo trots als een pauw
- Hij ging er als een haas vandoor


Slide 5 - Tekstslide

Vergelijkingen
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.

Dat betekent dat je iets beschrijft door het te vergelijken met iets anders.
De meest bekende vergelijkingen zijn de vaste vergelijkingen:
zo.... als een ....

Slide 6 - Tekstslide

Vergelijking

Bij een vergelijking vergelijk je twee
dingen (object en beeld) met elkaar.








Slide 7 - Tekstslide

Een metafoor is een vergelijking zonder het woordje ALS.
Een METAFOOR 
is een vergelijking zonder het woordje ALS

Slide 8 - Tekstslide

Metafoor
  • Een vergelijking zonder verbindingswoord en zonder object
Voorbeeld:
  • Als student woonde ik in een zwijnenstal.
Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn ook vaak metaforen
Voorbeeld:
  • Daar komt de aap uit mouw.

Slide 9 - Tekstslide

Uitdrukkingen
- Waar rook is, is vuur
- Lachen als een boer met kiespijn

Slide 10 - Tekstslide

personificatie
  • Niet menselijke dingen krijgen menselijke eigenschappen. 


- dat stuk taart schreeuwde mijn naam
- de zandkorrels kietelden de zolen van mijn voeten


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Metafoor en personificatie
  • Een metafoor lijkt op een vergelijking, maar het object (dat wat echt is) ontbreekt in een zin.
  • Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn metaforen.
  • Bij een personificatie geef je menselijke eigenschappen aan een concreet voorwerp of iets abstracts.

Slide 18 - Tekstslide

Metafoor

Slide 19 - Tekstslide

De metafoor

Slide 20 - Tekstslide