In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Lezen
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
- je leert onderscheid te maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.
Slide 2 - Tekstslide
Lesprogramma
- Lezen (10 min)
- Introductie (5 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Uitleg (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting (10 min)
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
enkelvoudige argumentatie
nevenschikkende argumentatie
onderschikkende argumentatie
Slide 4 - Tekstslide
"Laten we naar het strand gaan. Het wordt mooi weer vandaag."
a. Enkelvoudige argumentatie (twee vingers)
b Nevenschikkende argumentatie (drie vingers)
c. Onderschikkende argumentatie (vier vingers)
Slide 5 - Tekstslide
Wat voor argumentatie herken je hier: De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
a. enkelvoudige argumentatie (twee vingers)
b. nevenschikkende argumentatie (drie vingers)
c. onderschikkende argumentatie (vier vingers)
Slide 6 - Tekstslide
Het festival was drie keer niks, de hoofdact ging niet door, de WC' s waren absoluut smerig en de podia stonden teveel uit elkaar.
Maak hier een blokjesschema van!
Slide 7 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht 1, 2 en 5
Slide 8 - Tekstslide
Argumentatie
Betoog/overtuigende tekst
Standpunt
Argumenten
Tegenargument
Weerlegging
Slide 9 - Tekstslide
Tegenargument en weerlegging
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt
Met een weerlegging ontkracht je een argument
Slide 10 - Tekstslide
Bijvoorbeeld
Standpunt: De Spaanse Costa's zijn ideale vakantiegebieden.
Argument: De zon schijnt er altijd
Tegenargument: In de zon liggen is slecht voor je gezondheid. (huidkanker)
Weerlegging: Je moet niet te lang achter elkaar in de zon gaan liggen of op bepaalde uren van de dag niet in de zon gaan liggen.
Slide 11 - Tekstslide
Signaalwoorden bij weerlegging
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Wat: lees de theorie op blz. 106/107 en maak opdracht 1 en 2 (1 t/m 14)
Hoe: individueel (je mag fluisterend een vraag stellen)
Oortjes: steek na opdracht 1 je vinger op
Klaar: steek je vinger op
Slide 13 - Tekstslide
Afsluiting en vooruitblik
Is het lesdoel bereikt?
- je leert onderscheid te maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.
Hoe ging het?
Vooruitblik: volgende les argumentatie afronden, formuleren en spelling, opfrissen, herhalen en diagnostische toets. Proefwerk: week 4