Quiz: Nederland na 1945: leerdoelen check

Nederland na de WOII 

Wederopbouw en industrialisatie
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Nederland na de WOII 

Wederopbouw en industrialisatie

Slide 1 - Tekstslide

Waardoor ging het slecht met Nederland na 1945?

Slide 2 - Open vraag

Wat is Marshallhulp en waarom gaf Amerika deze hulp aan Europa?

Slide 3 - Open vraag

Wat wordt er met wederopbouw bedoeld?

Slide 4 - Open vraag

Na 1945 werden de lonen en de prijzen in Nederland jarenlang laag gehouden, om zo de industriële productie te stimuleren.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De Nederlandse industrie en de landbouw werden na 1945 ingrijpend gemoderniseerd, onder andere met geld van de Marshallhulp.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag


In de jaren 1950 kwamen de Nederlanders op grote schaal in opstand tegen de lange werktijden en lage lonen van die tijd.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Kenmerkend voor de jaren '50 in Nederland was...
A
Genieten van het leven na de Tweede Wereldoorlog, consumptiemaatschappij
B
Groei van de welvaart, veel mensen hebben een auto
C
Hard werken, sparen, zuinig zijn, emigratie
D
er kwam een multiculturele samenleving

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zag je dat de welvaart toe nam in de jaren 60?

Slide 9 - Open vraag

Waardoor stegen de lonen?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
maatschappij waarin mensen spullen kunnen kopen voor een aangenaam leven
B
maatschappij van liefdadigheid
C
maatschappij waarin niet geleend mag worden
D
de jaren 20

Slide 11 - Quizvraag

Na de 2
Na de 2e wereldoorlog staat West Europa erg open voor de  consumptiemaatschappij uit Amerika en krijgt deze veel invloed. Hoe komt dat?
A
In Amerika is alles veel groter en mooier dan in Europa.
B
De Amerikanen hebben (onder andere) een einde gemaakt aan de 2e wereldoorlog.
C
Amerika heeft financieel bijgedragen aan de wederopbouw van Europa.
D
Amerika heeft van oorsprong een rijkere cultuur

Slide 12 - Quizvraag

Waardoor groeide de stad en platteland steeds meer naar elkaar toe?

Slide 13 - Open vraag

Waardoor werd exporteren lastiger?

Slide 14 - Open vraag

Suburbanisatie = verstedelijking
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Waarom kwamen er mensen uit Indonesië naar Nederland?

Slide 16 - Open vraag

Gastarbeiders waren mensen die in Nederland kwamen om te werken, uit welke landen kwamen de eerste gastarbeiders?
A
België
B
Marokko en Turkije
C
Polen en Roemenië
D
Spanje en Italië

Slide 17 - Quizvraag

Waardoor kwam de economische groei van tweede helft van de jaren vijftig tot stand?
A
Opleving van de Duitse economie
B
De Marshallhulp
C
Ontdekking van een aardgasveld
D
De ruilverkaveling

Slide 18 - Quizvraag

Wederopbouw
vanaf de jaren 60
een samenleving waarin de overheid zorgt voor mensen die dat zelf niet kunnen
Ontkerkelijking
Tweede feministische golf
1945-1960
1945-1950
Consumptiemaatschappij
Verzorgingsstaat
Lage lonen politiek

Slide 19 - Sleepvraag

Welke oorzaken had het ontstaan van jeugdculturen?
A
Toegenomen welvaart
B
De consumptiemaatschappij
C
Amerikanisering
D
Jongeren waren beter opgeleid

Slide 20 - Quizvraag

Invoering algemeen kiesrecht
Recht op gelijke kansen in het onderwijs
Aletta Jacobs
Dolle Mina's
Recht op anticonceptie en abortus
Recht op gelijk loon
Eerste feministische golf - 1870-1920
Tweede feministische golf - 1960-1985

Slide 21 - Sleepvraag

Kunstmest en bestrijdingsmiddelen
Ruilverkaveling
Europese subsidies
Melkmachines
Leefbaar platteland

Slide 22 - Sleepvraag

Vanaf de jaren negentig nam de sociale tweedeling weer toe. Waarom?
A
omdat de regering de verzorgingsstaat afbrak
B
doordat meer mensen als zelfstandige gingen werken
C
door concurrentie uit lagelonenlanden
D
door individualisering: mensen zoeken elkaar minder op

Slide 23 - Quizvraag

Wederopbouw
Consumptiemaatschappij
Modernisering van de landbouw
Verzorgingsstaat
Ontkerkelijking
Ontzuiling
Individualisering
Politiek-maatschappelijke ontwikkeling tussen 1945-1990
Economische ontwikkeling tussen 1945-1990

Slide 24 - Sleepvraag

Indische Nederlanders
Gastarbeiders
Surinamers en Antillianen
Oost-Europa en conflictgebieden
1945-1955
1955-1975
vanaf 1975
Vanaf 1990

Slide 25 - Sleepvraag

Welke sociale verandering zie je hier?
A
Meer diversiteit
B
Meer individualisering
C
Deelname van vrouwen aan de samenleving
D
Amerikanisering

Slide 26 - Quizvraag

Welke soort immigranten kennen we in Nederland?
A
Gastarbeiders
B
Vluchtelingen
C
Europeanen
D
Kolonie migranten

Slide 27 - Quizvraag

Gastarbeiders kwamen hiernaar toe vanwege een economisch motief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Wanneer kwamen de eerste gastarbeiders naar Nederland?
A
Vanaf de jaren 40
B
Vanaf de jaren 50
C
Vanaf de jaren 60
D
Vanaf de jaren 70

Slide 29 - Quizvraag

Het idee van gastarbeiders was om in Nederland......
A
Te werken en uiteindelijk terug te gaan
B
Te vluchten voor de oorlog
C
Te werken en voor altijd te blijven

Slide 30 - Quizvraag

Er zijn vier groepen immigranten in Nederland na 1965:
a. gastarbeiders
b. Surinamers/Antillianen
c. vluchtelingen
d. seizoensmigranten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Uit welk land komen de meeste vluchtelingen naar Europa?
A
Afghanistan
B
Rusland
C
Syrië
D
Eritrea

Slide 32 - Quizvraag

Hoeveel % van de NL bevolking bestaat uit vluchtelingen?
A
5%
B
0,5%
C
0,05%
D
0,0005%

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een Multiculturele samenleving
A
Een samenleving die bestaat uit stadsmensen en mensen van het platteland
B
Een samenleving die uit meerdere mensen bestaat
C
Een samenleving met mensen uit verschillende cultuur gebieden
D
Een samenleving waar apartheid is

Slide 34 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor een Multiculturele samenleving?
A
Alle mensen in de samenleving hebben dezelfde culturele achtergrond
B
Alle mensen in de samenleving hebben een verschillende culturele achtergrond
C
Bijvoorbeeld een grote stad als Amsterdam. Daar heb je veel meer culturen.

Slide 35 - Quizvraag