Jaaropening H5Biologielessen
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het grootste organisatieniveau in de biologie?
A
populatie
B
organisme
C
biosfeer
D
ecosysteem
Slide 5 - Quizvraag
Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
cytoplasma
Slide 6 - Quizvraag
Actief transport gaat:
A
van een lage concentratie naar een hoge
B
van een hoge concentratie naar een lage
Slide 7 - Quizvraag
Welk celorganel zie je afgebeeld?
A
celwand
B
Golgisysteem
C
celmembraan
D
ribosoom
Slide 8 - Quizvraag
Welke geslachtschromosomen hebben mannen?
A
XY
B
XX
C
XT
D
TT
Slide 9 - Quizvraag
Hoe snel klopt het hart van een gemiddeld persoon?
A
30 slagen / min
B
70 slagen / min
C
120 slagen / min
D
150 slagen / min
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel liter bloed bevat een gemiddeld menselijk lichaam?
A
1
B
2
C
5
D
10
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel procent van het lichaam bestaat uit water?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 12 - Quizvraag
Hoe wordt in de biologie een soort gedefinieerd?
Wanneer twee dieren met elkaar paren, en...
Wanneer twee dieren met elkaar paren, en...
A
ze geen nakomelingen kunnen krijgen, zijn ze van dezelfde soort
B
ze alleen onvruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, zijn ze van dezelfde soort
C
ze soms nakomelingen kunnen krijgen, zijn ze van dezelfde soort
D
ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, zijn ze van dezelfde soort
Slide 13 - Quizvraag
Osmose is een vorm van
A
actief transport
B
passief transport
Slide 14 - Quizvraag
Wat is osmose?
A
Beweging van water van een hoge concentratie naar een lage concentratie
B
Beweging van water van een lage concentratie naar een hoge concentratie
Slide 15 - Quizvraag
Bij endocytose wordt er voedsel opgenomen
A
Niet waar
B
Waar
