Herhaling kaartlezen en landbouw in de V.S.

Uitleg
In deze stilteopdracht krijg je 
vragen over de leerstof van de afgelopen les. Ook krijg je een herhaling over het aflezen van verschillende kaarten
Je beantwoord deze vragen in stilte

Je kunt eerst de slides terug kijken met uitleg over de voorgaande lessen. 



1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uitleg
In deze stilteopdracht krijg je 
vragen over de leerstof van de afgelopen les. Ook krijg je een herhaling over het aflezen van verschillende kaarten
Je beantwoord deze vragen in stilte

Je kunt eerst de slides terug kijken met uitleg over de voorgaande lessen. 



Slide 1 - Tekstslide

Satellietbeelden zijn scans van de aarde gemaakt vanuit de ruimte door een kunstmatige satelliet.

Slide 2 - Tekstslide

Dit is een satellietbeeld van Nederland. Kan jij uitleggen wat voor weer het is op deze dag?
Nederland is hier bedekt onder een laag sneeuw

Slide 3 - Tekstslide

Dit is ook een satellietbeeld van Nederland. Kan jij uitleggen wat voor weer het is op deze dag?
Nederland is hier onbewolkt. Waarschijnlijk is het hier mooi weer; een onbewolkte, blauwe lucht!

Slide 4 - Tekstslide

Je moet deze satelliet beelden dus voor je schoolexamen / centraal eindexamen begrijpen. We bekijken ze per land en weerssituatie.

Slide 5 - Tekstslide

Nederland
Zwaar bewolkt = hoge bewolkingsgraad
Er komt een lagedrukgebied (depressie) naar Nederland met wolken en neerslag

Slide 6 - Tekstslide

Nederland
Onbewolkt = lage bewolkingsgraad (1) = Hogedrukgebied boven Nederland = mooi weer!
Er is in de zomer kans op een uv graad = je moet jezelf beschermen tegen de brandende zon!
In de winter is er kans op een blauwe lucht en mogelijk flink koud weer!

Slide 7 - Tekstslide

Spanje
Bewolkt = hoge bewolkingsgraad
In de winter in Spanje is de meeste kans op een depressie. Het is dan vaker bewolkt dan in zomer en er valt meer neerslag.
Er is een lagedrukgebied boven Spanje, want er zijn veel wolken. Er is dus kans op regen. 

Slide 8 - Tekstslide

Spanje
Onbewolkt = lage bewolkingsgraad = hogedrukgebied
In de zomer is het vaak droog en onbewolkt weer. 
Waarom?
Bij Spanje ligt er vaak een hogedrukgebied (figuur 2). Bij een hogedrukgebied daalt de lucht, waardoor die opwarmt. Wolken verdampen en er valt geen neerslag. Het is er droog en zonnig weer. Als het hogedrukgebied bij Spanje zwak is, dan kan een depressie ook boven Spanje voorkomen. Dit gebeurt vaker in de winter dan in de zomer.

Slide 9 - Tekstslide

Herken je deze afbeelding nog? Dit was een dag in Nederland zonder bewolking
Volgende dia!

Slide 10 - Tekstslide

Dit is de weerkaart van diezelfde dag! 
Zo'n lijn noem je een isobaar. Dit is een lijn die plaatsen met gelijke luchtdruk met elkaar verbindt.
Een hogedrukgebied boven Nederland, dus onbewolkt en droog weer!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Herken je deze afbeelding nog? Dit was een dag in Nederland met bewolking
Volgende dia!

Slide 13 - Tekstslide

Dit is de weerkaart van diezelfde dag! 
Een lagedrukgebied boven Nederland, dus bewolkt en (mogelijk) regenachtig weer!
Hoe dichter deze lijnen bij elkaar staan, des te harder de wind waait!
Hoe verder deze lijnen uit elkaar staan, des te zachter de wind waait!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Is de satellietfoto van een lagedrukgebied of van een hogedrukgebied?
A
lagedrukgebied
B
hogedrukgebied

Slide 16 - Quizvraag


Klik op de weerkaart om in te zoomen.

Over de weerkaart worden drie uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: op 1 mei waaide het in Nederland harder dan in Spanje.
Uitspraak 2: de H op de weerkaart betekent een depressie.
Uitspraak 3: de kans is groot dat 1 mei 2017 in Spanje een droge dag was.
A
Uitspraak 1 en 2 zijn juist
B
Uitspraak 1 en 3 zijn juist
C
Uitspraak 2 en 3 zijn juist
D
Alle uitspraken zijn juist

Slide 17 - Quizvraag

Welk seizoen is het op deze weerkaart?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter

Slide 18 - Quizvraag


Klik hiernaast op de weerkaart om in te zoomen.
Over deze weerkaart worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: boven Spanje is het onbewolkt of licht bewolkt.
Uitspraak 2: in het hogedrukgebied boven Spanje stijgt de lucht op. 
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze weerkaart is van 14 januari 2014. Is dit een typische weerkaart voor de winter in Spanje?
A
Ja, er is vaak hoge druk in de winter
B
Nee, meestal is er lage druk in de winter

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heten deze lijnen
op een weerkaart?
A
Isobaren
B
Isolijnen
C
isotopen
D
Isomeren

Slide 21 - Quizvraag

Het Azorenhoog zorgt in Spanje voor droge winters.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

In de zomer ligt het Azorenhoog...
A
Noordelijker dan in de winter
B
Zuidelijker dan in de winter

Slide 23 - Quizvraag

In de winter trekt het Azorenhoog zich terug naar het zuiden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wat heb je in de vorige les geleerd?
In de VS zijn er gebieden met gematigde temperaturen en voldoende neerslag. Daar kun je wel een aardappel verbouwen. Maar in een warm en droog gebied waar cactussen groeien, daar lopen misschien alleen een paar schapen. 
Waar vind je in de VS nou precies akkerbouw, veeteelt en bosbouw?

Leerdoel: Wat is het verband tussen klimaat, grondgebruik en irrigatie?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Zijn tarwe, soja, mais en katoen voorbeeld van een handelsgewas of van een voedselgewas?
A
handelsgewas
B
voedselgewas

Slide 29 - Quizvraag

Welk soort landbouw wordt het meeste toegepast in de V.S?
A
Akkerbouw
B
Veeteelt
C
Tuinbouw
D
Bosbouw

Slide 30 - Quizvraag

Waarvan is de foto een voorbeeld?
A
intensieve veeteelt
B
extensieve veeteelt
C
intensieve landbouw
D
extensieve landbouw

Slide 31 - Quizvraag

Waarvan is de foto een voorbeeld?
A
intensieve veeteelt
B
intensieve landbouw
C
extensieve veeteelt
D
extensieve landbouw

Slide 32 - Quizvraag

Je bent klaar met het maken van deze herhaling
Je gaat nu naar de Geo online en kijkt waar je bent gebleven met het maken van opdrachten. 

Je bent nu bij paragraaf 3.3

Slide 33 - Tekstslide