Lesweek 2: Dagbesteding en ontwikkelingspsychologie (deel 1-2)

Dagbesteding en ontwikkelingspsychologie, zuigelingenfase
Les 2
Lesweek 2

IOZ
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding en ontwikkelingspsychologie, zuigelingenfase
Les 2
Lesweek 2

IOZ

Slide 1 - Tekstslide

Planning periode
Lesweek 1: Introductie periode en uitleg toetsing
Lesweek 2: Dagbesteding en ontwikkelingspsychologie
Lesweek 3: Dagbesteding en de zuigelingenfase
Lesweek 4: Dagbesteding en de peuter- en kleuterfase
Lesweek 5: Workshopweek
Lesweek 6: Dagbesteding en de basisschoolleeftijd
Lesweek 7: Dagbesteding en de adolescentie en vroege volwassenheid
Lesweek 8: Dagbesteding en de middelbare en late volwassenheid
Lesweek 9: Werken aan toetsing (Activiteitenbox) (zie periode 4)
Lesweek 10: Workshopweek

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1: Presenteren van je levenslijn

Slide 3 - Tekstslide

Deel 2

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige week
  • Wat is ontwikkelingspsychologie (het gedrag van mensen in verschillende ontwikkelingsfasen)
  • Hoe ontwikkelen? groei-, leer- en rijpingsproces
  • Van baby tot adolescent
  • De ontwikkelingsaspecten
  • Interne-, externe factoren, zelfbepaling

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik vorige week
Ontwikkelingsaspecten:

Lichamelijke aspect
Cognitief aspect
Sociale aspect
Persoonlijkheidsaspect
Emotionele aspect
Seksuele aspect

Slide 6 - Tekstslide

Waar of niet waar:
De ontwikkeling van MOTORIEK behoort tot HET PERSOONLIJKHEIDSASPECT
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Niet waar
Motoriek behoort tot het lichamelijke aspect

Slide 8 - Tekstslide

Waar of niet waar:
De ontwikkeling van HET ZINTUIGELIJKE ONTWIKKELING behoort tot HET EMOTIONELE ASPECT
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Niet waar
Zintuigelijke aspect behoort tot het lichamelijke aspect

Slide 10 - Tekstslide

Waar of niet waar:
De ontwikkeling van OMGANG MET ANDEREN behoort tot HET SOCIALE ASPECTEN
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar:
De ontwikkeling van HET GEHEUGEN behoort tot HET COGNITIEF ASPECT
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Waar of niet waar:
De ontwikkeling van LUSTBELEVING behoort tot HET SEKSUELE ASPECT
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waar of niet waar:
De ontwikkeling van HET VORMING VAN IDENTITEIT behoort tot HET COGNITIEF ASPECT
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Niet waar
Vorming van identiteit behoort tot het persoonlijkheidsaspect

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is ontwikkelingspsychologie belangrijk voor je opleiding?
  • Je werkt met gedrag van mensen
  • Je kunt de ontwikkeling stimuleren
  • Herkennen van ontwikkelingsfase en hierop aansluiten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe noem je een baby in de buik van zijn moeder?

Slide 18 - Open vraag

Ontwikkeling als mens
Start al in de buik

- Embryo
- Foetus 

Slide 19 - Tekstslide

Prenatale fase
  • De ontwikkeling begint al voor de geboorte
  • Normale zwangerschap duurt 37-40 weken
  • Reageert op prikkels > Op wat voor prikkels kan een foetus in de buik reageren?
  • Foetus van 24 weken kan horen, zien en proeven

Slide 20 - Tekstslide

Theorie
Een baby in de zuigelingenfase (geboorte tot 18 maanden) moet zich veilig en vertrouwd voelen bij zijn opvoeder(s). Het is belangrijk dat een baby vanaf de geboorte ervaart dat de opvoeders er voor hem zijn en dat ze op hem reageren als hij huilt. In deze fase huilen baby's, maar ze kunnen dit nog niet gebruiken als een middel om hun zin en aandacht te krijgen. Huilen is in de zuigelingenfase altijd een teken dat de baby zich niet lekker voelt. En een kind dat zich niet veilig voelt, heeft geen grote drang om de wereld te ontdekken en ontwikkelt minder zelfvertrouwen.

Slide 21 - Tekstslide

  • Waarom is veiligheid belangrijk voor een baby in de zuigelingenfase?
  • Hoe herken je dat een baby zich niet lekker voelt?
  • Wat gebeurt er met de ontwikkeling van een baby als hij zich niet veilig voelt?

Slide 22 - Tekstslide

Bij de geboorte is de baby ongeveer ... cm lang en ... kilo.
A
50 cm en 3 kilo
B
50 cm en 3.5 kilo
C
55 cm en 3 kilo
D
55 cm en 3.5 kilo

Slide 23 - Quizvraag

Lichamelijke ontwikkeling
- Bij geboorte is de baby ongeveer 50 cm lang en 3.5 kilo
- Reflex         reactie of beweging die zich automatisch voltrekt
   2 opvallende reflexen:
  • Zuigreflex
  • Grijpreflex

Na enkele maanden        van reflexen naar spierbeheersing

Slide 24 - Tekstslide

Wat is motoriek?

Slide 25 - Woordweb

Motoriek
Motoriek is het vermogen om te bewegen

  • Na 3 maanden: oog-handcoördinatie
  • Na 5 maanden: omrollen van rug naar buikligging
  • Na 7 maanden: los zitten
  • Na 15 maanden: lopen (9-20 mnd)

Na 3 jaar niet lopen? Ontwikkelingsachterstand

Slide 26 - Tekstslide

Wat is zintuigelijke ontwikkeling?

Slide 27 - Woordweb

Zintuigelijke ontwikkeling
Het proces van het verkennen van de wereld door middel van zien, horen, proeven, ruiken en voelen

  • Zien: Na 2 maanden gericht kijken
  • Horen: Geen herkenning behalve de stem van moeder
  • Tastzin (mond): Kennismaken met de wereld om hem heen, ontdekking eigenschap materialen, zuigbehoefte
  • Ruiken: Herkenning geur van moeder

Slide 28 - Tekstslide

Wat is cognitieve ontwikkeling?

Slide 29 - Woordweb

Cognitieve ontwikkeling
Het mentale proces van het opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en informatie

Exploratiedrang
Voorwaarden > veilige hechting

Aanleren van vaardigheden:
  • Ervaringsleren > zelf te doen
  • Herhalingsleren > eindeloos oefenen
  • Imiterend leren > anderen na te apen

Slide 30 - Tekstslide

 Ontwikkeling door rijping en door leren​
Rijping = tot ontwikkeling komen​​​

Leren = begrijpen/zich eigen maken​​​
Eerst rijpen, dan leren > eerst moet een kind er ‘rijp’ voor zijn, daarna kan een kind pas iets leren​​

Senso-motorische fase (Piaget) = ​​
  • een baby leert door bewegen en het gebruik van zintuigen. Hij doet eerst iets, en leert hierdoor denken. ​​
  • Vb 1. baby beweegt een arm (= doen) en leert hierdoor dat hij met zijn arm zo dingen weg kan slaan (= leren denken) > baby gaat de beweging vervolgens bewust gebruiken. ​​
​​
Rijping beïnvloeden > interessante omgeving ​​aanbieden, met veel prikkels, steeds omgeving ​​vernieuwen




Slide 31 - Tekstslide

Taalontwikkeling
  • Enkele weken na de geboorte > eerste geluidjes​
  • Na 3 maanden > brabbelen (spraakklanken oefenen)​
  • Vanaf 8 maanden > klanken en woorden krijgen betekenis (symboolbewustzijn) ​
  • Vanaf 12 maanden > éénwoordzin, niet correct uitspreken 



Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag met de opdracht!

Slide 34 - Tekstslide

Hechting
Hechting is de band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste levensjaar.​


Als de band tussen ouder en kind goed is, leert een kind om mensen te vertrouwen. Een ander woord voor deze band is: hechting. 

Kinderen met hechtingsproblemen hebben weinig vertrouwen in zichzelf en in anderen. Ze vinden het moeilijk zich kwetsbaar op te stellen. Ze kunnen niet geloven dat ze op andere mensen kunnen rekenen. 
Hechtingsproblemen kun je oplossen. Het vertrouwen kan altijd hersteld worden als je werkt aan de band tussen kinderen en ouders


Slide 35 - Tekstslide

Veilige hechting
Een veilige hechting is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, de taalontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling van het kind. 



De positieve gevolgen van een veilige hechting voor de ontwikkeling van kinderen zijn:​
 

  • zelfvertrouwen, doordat ze geleerd hebben dat ze kunnen rekenen op de steun van hun opvoeders.​
  • veerkracht, ze kunnen flexibel reageren op problemen en spanningen en kunnen hun emoties tonen en reguleren.​
  • ze kunnen verbanden leggen tussen eigen gedrag en het effect van het eigen gedrag, doordat hun ouders sensitief reageren op het gedrag van hun kind.​
  • ze kunnen relaties aangaan, doordat ze geleerd hebben dat ze kunnen vertrouwen op de ouder, kunnen ze ook makkelijker relaties aangaan met anderen.​



Slide 36 - Tekstslide

Onveilige hechting
Onveilige hechting vormt een risicofactor voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. 
Angst en depressie komen iets vaker voor bij kinderen en jongeren met een onveilig-vermijdende gehechtheidsrelatie.​

  • Uit meta-analyse blijkt dat vooral jongens met een gedesorganiseerde gehechtheidsrelatie meer gedragsproblemen kunnen ontwikkelen.​
  • Onveilige hechting beïnvloedt het empathisch vermogen en de sociale vaardigheden van kinderen. Kinderen die niet hebben geleerd om rekening te houden met anderen of moeite hebben met inleven, ondervinden problemen in sociaal contact.

Slide 37 - Tekstslide

Wat zijn positieve gevolgen van een veilige hechting voor de ontwikkeling van een kind?

Slide 38 - Woordweb

Slide 39 - Tekstslide

Hoe kun je de hechting bevorderen?

Slide 40 - Open vraag

Hechting bevorderen
  • Sensitief reageren
  • Zorgen voor continuïteit
  • Mentaliseren

Slide 41 - Tekstslide

Video opdracht
Tweetal
Deadline is lesweek 6 = 18 december

Slide 42 - Tekstslide

Vooruitblikken:


Lesweek 3: 
Dagbesteding en de zuigelingenfase

Slide 43 - Tekstslide

Ik geef mijn inzet tijdens de les het volgende cijfer:
010

Slide 44 - Poll

Ik geef deze les het volgende cijfer:
-110

Slide 45 - Poll

Ik heb de volgende feedback
voor deze les:

Slide 46 - Woordweb