In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
deze les
uitleg over meerkeuze vragen
uitleg op verzoek (met docent)
oefentoetsen maken (alleen)
mindmap maken (alleen)
begrippenlijst maken (alleen)
elkaar uitleggen (samen)
Slide 1 - Tekstslide
Over welk onderwerp wil je uitleg?
Slide 2 - Woordweb
DE MEERKEUZE VRAAG
De meeste leerlingen vinden meerkeuzevragen (MC-vragen) makkelijker dan open vragen. In de praktijk worden meerkeuzevragen echter slechter gemaakt.
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerken
Er is altijd maar 1 antwoord goed.
De overige antwoorden lijken ook goed maar zijn zo gemaakt dat ze jou laten twijfelen (alleen met de juiste kennis hebt kun je een MC-vraag goed maken).
Gebruik HOOFDLETTERS A, B, C en D (kleine letter a en d lijken te veel op elkaar)
En gebruik de letters, en nooit het antwoord zelf.
Slide 4 - Tekstslide
TIP 1 Onderschat MC-vragen niet
Meerkeuzevragen zijn lastiger dan je denkt. Je moet de stof net zo goed voorbereiden en zoals gezegd, in de praktijk maken leerlingen meerkeuzevragen slechter dan open vragen.
Slide 5 - Tekstslide
Tip 2 Dek de antwoorden af
Lees de vraag goed en de antwoorden niet (hand op de antwoorden). Formuleer het antwoord en kies dan het antwoord wat het meest overeenkomt.
Als het brein vier antwoorden op een vraag leest, voert het brein vier opdrachten uit. Dat beïnvloedt het denken en leidt onnodig af. Als het brein alleen de vraag leest, voert het één opdracht uit. Het brein kan nu zonder ruis het goede antwoord formuleren.
Slide 6 - Tekstslide
Tip 3 De eliminatie ronde
Je streept eerst de onmogelijke antwoorden weg. Dat zijn er meestal twee. Dan herlees je de vraag en maak je een keuze.
De gokkans is nu 50%!
MAAK ALTIJD EEN KEUZE!
Slide 7 - Tekstslide
Tip 4 Vertrouw op de eerste ingeving
Als je goed bent voorbereid, is je eerste ingeving meestal de juiste. De meeste “verbeterde” meerkeuzevragen blijken namelijk fout te zijn en gebaseerd op onzekerheid en stress. Wijzig dus alleen het antwoord als je tot echt nieuwe inzichten bent gekomen. Ga niet twijfelen en vertrouw op je eerste ingeving.
Slide 8 - Tekstslide
Tip 6 Controleer
Controleer of alle vragen zijn beantwoord en ingeleverd. Als je nog vragen over hebt en geen tijd, gok dan.
Sommige lln kiezen dan het langste antwoord maar dit is niet per definitie het juiste antwoord.
Slide 9 - Tekstslide
Tip 7 Geen paniek.
Laat je niet misleiden door het aantal keer dat je voor een bepaalde letter gekozen hebt. Theoretisch is het mogelijk dat alle goede antwoorden van een toets A zijn. Meestal staan de antwoorden namelijk op alfabetische volgorde.
Slide 10 - Tekstslide
Tip 8 Werk op tempo
Blijf niet te lang hangen bij vragen.
Zet een kruisje bij de vraag en sla hem even over.
Aan het einde van de toets ga je deze lastige vragen nog bij langs.
Controleer of je alle vragen hebt gemaakt (geen bladzijde met vragen bent vergeten).
Slide 11 - Tekstslide
de open vraag
Lees eerst de vraag, daarna de informatie.
Streep in de informatie aan wat je nodig hebt voor het formuleren van je antwoord.
Let op de werkwoorden in de vraag: 'leg uit' 'geef een voorbeeld' 'geef de berekening' .
Slide 12 - Tekstslide
formuleer je antwoord
Voorkom te algemene antwoorden!
Tip: verwerk scheikundig kennis/ begrippen in je antwoord