6. preventie of repressie

DE RECHTSTAAT
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

DE RECHTSTAAT

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  1.  Introductie de rechtstaat 
  2.  Hoe werkt het? 
  3. Je kunt uitleggen welke doelen we met straffen hebben
  4. Verschillende manieren noemen  om criminaliteit te verlagen
  5. Je kent de begrippen preventie en repressie
  6. Oplossing maatschappelijk probleem 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het doel van de rechtstaat? 

Slide 3 - Tekstslide

Wie bepaalt in Nederland tijdens een rechtszaak wat voor straf de verdachte krijgt als hij schuldig is?
A
De jury
B
De rechter
C
Het OM
D
De officier van justitie

Slide 4 - Quizvraag

Wat krijg je opgelegd als je ontoerekeningsvatbaar bent?
A
TBS
B
CBS
C
ANWB
D
Een gevangenisstraf

Slide 5 - Quizvraag

Drie soorten straffen: hoofdstraf, bijkomende straf, maatregel
Rechters leggen in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 200.000 straffen op.  

Er zijn drie hoofdstraffen: 
  • een geldboete
  • een gevangenisstraf 
  • een taakstraf 

Slide 6 - Tekstslide

Bijkomende straffen of maatregel
Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen.
  • Bijkomende straf: bijvoorbeeld een rijontzegging of beroepsverbod.
  • Maatregel: bijvoorbeeld tbs of een schadevergoeding aan het slachtoffer.

Slide 7 - Tekstslide

Het doel van straffen
Straffen worden opgelegd met een doel:

  • Afschrikking
  • Verbeteren (resocialisatie= heropvoeden
  • De samenleving veiliger maken.
  • Wraak (voor de slachtoffers)

Vanuit verschillende hoeken komt er kritiek op de manier van straffen. Het is of te zwak of te hard.

Slide 8 - Tekstslide

Preventie of repressie
Veel mensen hebben verschillende ideeën om criminaliteit aan te pakken:
  • Preventie: Voorkomen
  • Repressie: Straffen

We gaan eerst kijken naar de manier van straffen (Repressie).

Slide 9 - Tekstslide

Repressie
Repressie: Onderdrukken. handelen na het delict.
  • Langere celstraf
  • Extra agenten
  • Meer geld voor justitie
  • 'supersnelrecht'

Politiek: VVD, PVV en FvD.


Slide 10 - Tekstslide

Preventie
Preventie: Het voorkomen van criminaliteit. handelen vóór het delict.
  • Meer toezicht
  • Sociale controle
  • Hulp aan jonge criminelen
  • leer- en werkstraffen
  • Maatregelen tegen schooluitval

Politiek: Groenlinks, Pvda en D66

Slide 11 - Tekstslide

Rechts en links
Rechts: (VVD, PVV en FvD)
  • Zwaardere straffen (repressie)

Links: (Pvda, Groenlinks en D66)
  • Minder zware straffen (preventie)

Meerderheid Nederland:
  • Zwaardere straffen

Slide 12 - Tekstslide

Helpt straffen?
''Alle veroordeelden di een celstraf hebben gekregen, gaat bijna 50% binnen twee jaar opnieuw de fout in'' (blz. 151)

Oplossing:
  • Opleiding en helpen aan werk
  • Terug in de maatschappij

Wat vindt jij? (opdracht)

Slide 13 - Tekstslide

Leg met twee argumenten uit of je voor 'repressie' bent of 'preventie'

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Na de dood van Anne Faber werd verdachte Michael P. aangehouden. Hij zat vast in een kliniek voor behandeling. Dit is een geval waarbij preventie gefaald heeft. Leg uit waarom dat zo is.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Kies een probleem: hoe gaan we die specifieke criminaliteit verminderen? 

Slide 18 - Tekstslide

Waarom is het een probleem voor de samenleving? 

Slide 19 - Tekstslide

Welke groepen zijn hierbij betrokken? 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is nu de regelgeving? 
Kijk op landelijk niveau: wat zegt de wet met betrekking tot dit probleem? 
'wetgevende macht' & 'rechtsprekende macht'

Slide 21 - Tekstslide

Wat kunnen instanties doen? 
Omgeving: bijvoorbeeld ouders en scholen
Uitvoerende 'macht': politie en handhavers 

Slide 22 - Tekstslide

Gaan jullie voor een repressieve of preventie aanpak? Leg uit waarom. 

Slide 23 - Tekstslide