Nadat een vader zijn baby in de auto heeft gezet, gaat hij even terug het huis in. Noteer het voegwoord en zet erbij of het een nevenschikkend of onderschikkend voegwoord is.
A
Nadat, onderschikking
B
Nadat, nevenschikking
C
gaat, onderschikking
D
gaat nevenschikking
Slide 15 - Quizvraag
Het zesde lesuur zijn wij vrij.
zesde =
A
bepaald rangtelwoord
B
onbepaald rangtelwoord
C
bepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald hoofdtelwoord
Slide 16 - Quizvraag
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 17 - Quizvraag
'We' kunnen een bioscoop bezoeken.
A
aanwijzend voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
geen voornaamwoord
Slide 18 - Quizvraag
Tot welke woordsoort behoort 'zijn' Hij is zijn boeken vergeten.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
werkwoord
Slide 19 - Quizvraag
Wat voor soort woord is het onderstreepte woord?
Het afscheidsfeest van meneer Segal was erg gezellig.
________
A
lidwoord (lw)
B
zelfstandig naamwoord (zn)
C
bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
werkwoord (ww)
Slide 20 - Quizvraag
Ik heb nog een paar dropjes
"een paar" =
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het voorzetsel in de zin?
'Hij liep hard tegen de tafelpunt aan.'
A
hard
B
tafelpunt
C
er staat geen
voorzetsel in de zin
D
tegen
Slide 22 - Quizvraag
Nevenschikking of onderschikking? Welk voegwoord hoort erbij?
Het bedrijf biedt zijn klanten een bijzondere service, want die mogen hun kerstverlichting van vorig jaar terugbrengen.
A
Nevenschikking, want
B
Onderschikking, want
C
Nevenschikking, die
D
Onderschikking, die
Slide 23 - Quizvraag
Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.
Het gaat vast beter als ik een stukje hard ga lopen.
A
hoofdzin- hoofdzin
B
hoofdzin- bijzin
C
bijzin- hoofdzin
Slide 24 - Quizvraag
Wat is hoofdzin, wat bijzin?
Het is ongelooflijk, maar zij heeft dat echt tegen mij gezegd.
A
BZ + HZ
B
HZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ
Slide 25 - Quizvraag
In de winter laten veel mensen de auto stationair lopen, terwijl ze binnen koffie gaan drinken.
Noteer het voegwoord en vertel of je met een nevenschikking of onderschikking te maken hebt.
A
onderschikking, terwijl
B
nevenschikking, terwijl
C
onderschikking, ze
D
nevenschikking, ze
Slide 26 - Quizvraag
En nu zelf aan de slag!
Meer oefenen? Ga naar juf Melis (woordsoorten)
Ga naar Cambiumned (woordsoorten)
stencil met tips over het leren van de woordsoorten (teams)