Fictie: fictie en non-fictie; realistisch of niet
Grammatica: persoonsvorm (tijd- en getalproef), infinitief en voltooid deelwoord; zinsdelen zoeken, wwg en ond
Spelling: persoonsvorm tt, persoonsvorm vt (klankvast of klankveranderend), voltooid deelwoord
Over taal: woorden met betekenis (opdracht 1, 3 en 5); synoniem
Lezen: tekstdoelen, -soorten en –vormen, de verschillende leesmanieren, onderwerp en opbouw (onderwerp, deelonderwerp, tussenkopjes en alinea’s)