Strak-methode

de STRAK-methode
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

de STRAK-methode

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  1. Hoe maak je een plan van aanpak?
  2. Waar moet je op letten bij het maken van het plan van aanpak?
  3. Wat is de STRAK methode?
  4. Waarom gebruiken we de STRAK methode?
  5. Hoe gebruik je de STRAK methode?

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les:
  1. weet je hoe je een plan van aanpak schrijft
  2. weet je waar de letters van STRAK voor staan.
  3. kun je uitleggen waarom deze methode nuttig is
  4. kun je de STRAK methode gebruiken voor je c-opdracht
  5. LET JE OP DE BEOORDELINGSCRITERIA IN HET FEEDBACKFORMULIER!

Slide 3 - Tekstslide

Plan van aanpak (opdracht 2.3)
In het plan van aanpak geef je antwoord op:
  • Wat en waarom? (doel en hulpvraag, welke stappen onderneem je)
  • Waarmee en hoe? (activiteiten/begeleidingsrichtlijnen)
  • Wanneer? (tijdsplan van activiteiten + evaluatiemomenten)
  • Wie? (betrokkenen, taakverdeling)

Slide 4 - Tekstslide

Plan van aanpak
Je schrijft een plan van aanpak zodat een collega het plan zou kunnen uitvoeren. Wees kritisch en zorgvuldig.
Let op: geef antwoord op de vragen (zie voorgaande dia) én let op de beoordelingscriteria, lees de opdracht!

Slide 5 - Tekstslide

Reflecteren en verantwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Reflecteren
  • Terugblikken op je eigen handelen en ervaringen

  • Daarover nadenken

  • Nieuwe keuzes maken

Slide 7 - Tekstslide

STRAK-Methode 

Slide 8 - Tekstslide

Reflectie-methode
Vorig jaar hebben jullie gereflecteerd aan de hand van de STARRT-methode. Bij deze c-opdracht gaan jullie met een nieuwe, wel vergelijkbare, methode werken. Namelijk de STRAK-methode.

Slide 9 - Tekstslide





STRAK-methode
(opdracht 3)


Een methode waarmee je je  
verantwoording op basis van je kennis op het juiste (beheersing)niveau kan beargumenteren.

Slide 10 - Tekstslide





STRAK-methode


In de volgende dia's vind je waar deze letters voor staan en wat je hierbij moet invullen.
Je maakt uiteindelijk een reflectieverslag aan de hand van STRAK-methode.

Slide 11 - Tekstslide

Waar staan de letters voor?

Situatie
Vertel kort de situatie waarin je succesvol bent geweest

Taak
Wat is jouw taak?
Wat is jouw rol of verantwoordelijkheid?
Wat is jouw doel?

Resultaat
Wat is het resultaat van jouw handelen?

Aanpak
Hoe heb je dat aangepakt in die situatie?

Slide 12 - Tekstslide

Keuzes
Keuzes

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk op digibib


1. Het STRAK-format (Ga naar opdracht 2.2 en kijk rechts bij bronnen)
2. Opdracht 3 (punten van de Keuzes)

Slide 14 - Tekstslide

LET OP
Een reflectie verslag is geen invuloefening/vraag en antwoord.
Maak er een mooi lopend verhaal van. Niet elke vraag is verplicht: ze helpen je om het in te vullen.
SUCCES.

Slide 15 - Tekstslide

LET OP 2.0:
Kijk goed naar de beoordelingscriteria in het feedbackformulier voor het verantwoordingsverslag!

Slide 16 - Tekstslide

Tot volgende week

Slide 17 - Tekstslide