NN7 - Grammatica - §5 / §7 - Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp
Grammatica §5 (vwo) / §7 (havo)
1havo / 1vwo
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lijdend voorwerp
Grammatica §5 (vwo) / §7 (havo)
1havo / 1vwo

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de volgende zin:

Vierhonderd jaar geleden / beroofden / twee Drentse reuzen / onschuldige reizigers.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de volgende zin:

Vierhonderd jaar geleden / beroofden / twee Drentse reuzen / onschuldige reizigers.

In deze zin is onschuldige reizigers het lijdend voorwerp (lv). Dat zinsdeel geeft aan wie/wat iets ‘overkomt’ of ‘ondergaat’.

Slide 3 - Tekstslide

Zo vind je het lijdend voorwerp:
Bekijk de zin 
In de achtertuin heeft de timmerman een houten tuinhuisje gebouwd.

Slide 4 - Tekstslide

Zo vind je het lijdend voorwerp:
Bekijk de zin 
In de achtertuin heeft de timmerman een houten tuinhuisje gebouwd.

1. Zoek de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen.
In de achtertuin / heeft / de timmerman / een houten tuinhuisje / gebouwd.

Slide 5 - Tekstslide

Zo vind je het lijdend voorwerp:
Bekijk de zin 
In de achtertuin heeft de timmerman een houten tuinhuisje gebouwd.

2. Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
ow = de timmerman
wg = heeft gebouwd

Slide 6 - Tekstslide

Zo vind je het lijdend voorwerp:
Bekijk de zin 
In de achtertuin heeft de timmerman een houten tuinhuisje gebouwd.

3. Stel de vraag Wat (soms: Wie) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Vraag: Wat heeft de timmerman gebouwd?
Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp.
lv = een houten tuinhuisje


Slide 7 - Tekstslide

Let op: het lijdend voorwerp begint bijna nooit met een voorzetsel(aan, achter, bij, in, langs, met, naast, onder, op, over, voor enzovoorts).

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk de ‘zinnen’ a tot en met h. Ze bestaan allemaal uit een zelfstandig naamwoord en een werkwoord. Toch is er verschil.

a boeken lezen
b honden blaffen
c kusjes vragen
d liedjes zingen
e meisjes plagen
f molens malen
g torens bouwen
h wespen steken

Slide 9 - Tekstslide

Juiste antwoord:
b honden blaffen
e meisjes plagen
f molens malen
h wespen steken

a boeken lezen
c kusjes vragen
d liedjes zingen
g torens bouwen

Slide 10 - Tekstslide

Pak nu een blaadje en een pen.

Slide 11 - Tekstslide

Noteer van de zin eerst persoonsvorm (pv), onderwerp (ow) en werkwoordelijk gezegde (wg) en daarna de vraag die je moet stellen om het lijdend voorwerp (lv) te vinden. Zet het antwoord op die vraag (het lijdend voorwerp) eronder.

Slide 12 - Tekstslide

1 Sommige dieren kunnen volgens experts allerlei ziektes overdragen op mensen.

pv =  
ow =  
wg =  
lv =

Slide 13 - Tekstslide

1 Sommige dieren / kunnen / volgens experts / allerlei ziektes / overdragen / op mensen.

pv = kunnen
ow = Sommige dieren
wg = kunnen overdragen
Wat kunnen sommige dieren overdragen?
lv = allerlei ziektes

Slide 14 - Tekstslide

2 De Romeinse god Janus bewaakte in de oudheid doorgangen en deuren.

pv =  
ow =  
wg =   
lv = 

Slide 15 - Tekstslide

2 De Romeinse god Janus / bewaakte / in de oudheid / doorgangen en deuren.

pv = bewaakte
ow = De Romeinse god Janus
wg = bewaakte
Wat bewaakte de Romeinse god Janus?
lv = doorgangen en deuren

Slide 16 - Tekstslide

3 Kan de Luchtmobiele Brigade parachutisten droppen achter vijandelijke linies?

pv =  
ow =  
wg =   
lv = 

Slide 17 - Tekstslide

3 Kan / de Luchtmobiele Brigade / parachutisten / droppen / achter vijandelijke linies?

pv = Kan
ow = de Luchtmobiele Brigade
wg = Kan droppen
Wie (Wat) kan de Luchtmobiele Brigade droppen?
lv = parachutisten

Slide 18 - Tekstslide

4 In de Tachtigjarige Oorlog brachten postduiven berichten over uit belegerde steden.

pv =  
ow =  
wg =   
lv = 

Slide 19 - Tekstslide

4 In de Tachtigjarige Oorlog / brachten / postduiven / berichten / over / uit belegerde steden.

pv = brachten
ow = postduiven
wg = brachten over
Wat brachten postduiven over?
lv = berichten

Slide 20 - Tekstslide

5 De miniatuurstad Madurodam schijnt jaarlijks zo’n 600.000 bezoekers te ontvangen.

pv =  
ow =  
wg =   
lv = 

Slide 21 - Tekstslide

5 De miniatuurstad Madurodam / schijnt / jaarlijks / zo’n 600.000 bezoekers / te ontvangen.

pv = schijnt
ow = De miniatuurstad Madurodam
wg = schijnt te ontvangen
Wat (Wie) schijnt de miniatuurstad Madurodam te ontvangen?
lv = zo’n 600.000 bezoekers

Slide 22 - Tekstslide

6 Zou ons land voor de opwekking van elektriciteit enkele kerncentrales moeten bouwen?

pv =  
ow =  
wg =   
lv = 

Slide 23 - Tekstslide

6 Zou / ons land / voor de opwekking van elektriciteit / enkele kerncentrales / moeten bouwen?

pv = Zou
ow = ons land
wg = Zou moeten bouwen
Wat zou ons land moeten bouwen?
lv = enkele kerncentrales

Slide 24 - Tekstslide

Ga nu naar de software van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die klaarstaan in de planning. 

Slide 25 - Tekstslide