V4eco-H6 Mw. Boers

1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vraag arbeid
Aanbod arbeid
Werknemers
Werkgevers
Qv
Qa

Slide 2 - Sleepvraag

2

Slide 3 - Video

00:36
Bedrijf dat personeel zoekt op de arbeidsmarkt is ... naar arbeid
A
Vraag
B
Aanbod
C
Evenwicht

Slide 4 - Quizvraag

01:11
Als de vraag naar arbeid toeneemt, aanbod blijft hetzelfde. Dan ... het loon
A
Daalt
B
Stijgt
C
Gebeurt er niets met

Slide 5 - Quizvraag

Een werkloze zoekt werk
Een kapperszaak zoekt een medewerker
Aanbod van arbeid 
Geen aanbod van arbeid

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Gevolg
Oorzaak

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Loonelasticiteit van de arbeidsvraag is ...
A
Negatief, als L stijgt dan daalt Qv
B
Negatief, als L stijgt dan stijgt Qv
C
Positief, als L stijgt dan daalt Qv
D
Positief, als L stijgt dan stijgt Qv

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

i=%/100

Slide 22 - Tekstslide

Eindwaarde = K * (1+i)^t
Contante waarde = E * (1+i)^-t 
OF = E/ (1+i)^t

 i = %/100 dus bijvoorbeeld 2% --> i = 2/100 = 0,02

Slide 23 - Tekstslide

Je zet €1565 op je rekening omdat je over 5 jaar een reis wil maken. Er wordt 2,5% rente per jaar vergoed, bereken de eindwaarde na 5 jaar.

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel moet je nu op je rekening zetten om over 3 jaar €3400 op je rekening te hebben staan als er 1,7% rente wordt vergoed?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Als de rente daalt...
A
Gaan mensen minder besteden, meer sparen
B
Gaan mensen meer besteden, minder sparen
C
Gaan mensen meer beleggen
D
Gaan mensen meer besteden & meer sparen

Slide 28 - Quizvraag

Spaarrente nu vaak onder de 1%, doel is..
A
Mensen meer laten sparen
B
Bestedingen afremmen, economie laten groeien
C
Bestedingen aanmoedigen, economie laten groeien
D
Economische groei verkleinen

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

De valutamarkt

Slide 32 - Tekstslide

Vermogensrendementheffing daalt
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 33 - Quizvraag

Ondernemingsklimaat sterk verbeterd
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 34 - Quizvraag

Gekort op sociale zekerheid, men wordt spaarzamer. De tijdsvoorkeur wordt lager.
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 35 - Quizvraag

Inflatieverwachting neemt toe
A
vraaglijn, links
B
vraaglijn, rechts
C
aanbodlijn, links
D
aanbodlijn, rechts

Slide 36 - Quizvraag

Hoeveel moet ik nu op mijn rekening zetten om over 14 jaar 5000 euro te hebben? Er wordt 0,8% rente vergoed

Slide 37 - Open vraag

1

Slide 38 - Video

02:28
In het laatste vakje komt dus te staan...
A
0,83€
B
200€
C
154,33€
D
166,67€

Slide 39 - Quizvraag

Qv €
Qa €
Export EU naar USA
Import USA naar EU
Beleggers uit USA in beleggen € 

Slide 40 - Sleepvraag

Valutamarkt
Qv € = export naar land, beleggers vanuit buitenland (zij wisselen hun munt om)
Qa € = import vanuit andere landen (je betaalt in €)
P = wisselkoers, ene valuta uitgedrukt in andere valuta 
€1 = $1,03

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Engelsman wil tulpen uit Nederland importeren
A
Vraag naar €
B
Aanbod van €

Slide 43 - Quizvraag

Engelsman wil tulpen uit Nederland importeren
A
Vraag naar £
B
Aanbod van £

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

1€ = 0,87£, een broek kost €89,99, hoeveel kost deze broek in £?

Slide 46 - Open vraag

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

1€ = 0,78£
...€ = 1£
Wat moet er op de puntjes staan?

Slide 51 - Open vraag

Oud - 1€ = 1,11 $
Nieuw - 1€ = 1,07 $
A
Appreciatie €, depreciatie $
B
Depreciatie €, appreciatie $

Slide 52 - Quizvraag

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide