Les 31-08-2020, paragraaf 1.2 en 1.3

Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: huiswerk controle
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
15 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: huiswerk controle
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
15 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Keuzewerktijd 
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les) en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat 
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

Inkomen met tegenprestatie
Inkomen zonder tegenprestatie
Niet-vrij besteedbaar inkomen

Slide 3 - Sleepvraag

Je krijgt € 25,- per kwartaal. Hoeveel zakgeld krijg je per maand?

Slide 4 - Open vraag

Uitleg
- altijd eerst omrekenen naar jaar.
Dus € 25,- x 4 kwartalen = € 100,-
Dan € 100,- delen door 12 maand = € 8,33 per maand

- OF
€ 25,- delen door 3 maand = € 8,33 per maand

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je begrijpt wat een begroting is.
2. Je kan een begroting van een huishouden analyseren.

HUISWERK: 1.9 + 1.11 + 1.13 t/m 1.16

Slide 6 - Tekstslide

NIBUD
Nationaal Instituut voor BUDgetvoorlichting

Slide 7 - Tekstslide

Wat doet het Nibud volgens jou?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Slide 10 - Tekstslide

Budgetteren
Uitgaven afstemmen op de inkomsten.

Het Nibud adviseert je uitgaven in drie groepen te verdelen:
- dagelijkse uitgaven;
- vaste lasten;
- incidentele uitgaven.

Slide 11 - Tekstslide

huishoudelijke uitgaven: uitgaven voor de dingen in je huishouden die je (vrijwel) dagelijks gebruikt
Soorten uitgaven
Waar geef je je geld aan uit?
vaste lasten:
de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

incidentele uitgaven:
meestal grote uitgaven die je niet zo vaak doet en niet met een vaste regelmaat

Slide 12 - Tekstslide

Vaste lasten:
Vaste lasten zijn kosten die elke maand terug komen.
Wanneer je een eigen woning hebt (huur of koop), zijn er kosten die elke maand terug komen.
Denk bijvoorbeeld aan:
  • Hypotheek of huur
  • verzekeringen (inboedel en opstal)
  • riool- en afvalstoffenheffing
  • waterschapslasten
  • elektriciteit, gas en water
  • telefoon, tv en internet

Slide 13 - Tekstslide

Reserveren
Geld opzij zetten (sparen) om hier later grote of onverwachte uitgaven mee te betalen.

Je reserveert vooral voor incidentele uitgaven (vakantie, aanschaf duur apparaat).

Slide 14 - Tekstslide

Inkomensvormen
• Inkomen uit arbeid (loon, salaris)
• Inkomen uit bezit (rente, huur, pacht)
• Overdrachtsinkomen (uitkering, zakgeld, kinderbijslag)

Inkomen uit arbeid en bezit lever je een tegenprestatie voor.
Voor een inkomensoverdracht lever je geen tegenprestatie.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? 1.9 + 1.11 + 1.13 t/m 1.16
Hoe? In je schrift.
Hulp? De docent (tijdens de les), de theorie en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder met het vak economie.

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Benzine tanken hoort bij de ...
A
huishoudelijke uitgaven.
B
incidentele uitgaven.
C
vaste lasten.
D
wekelijkse uitgaven.

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 18 - Sleepvraag

Als je geld uitgeeft voor het abonnement van je telefoon zijn dat ...
A
dagelijkse uitgaven.
B
incidentele uitgaven.
C
vaste uitgaven.
D
vaste lasten.

Slide 19 - Quizvraag

Binnen de economie heb je ... soorten inkomensvormen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 23 - Sleepvraag