bijvoeglijke naamwoorden

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

slimmer
slim
slimst

Slide 2 - Sleepvraag

leuker
leukst
leuk

Slide 3 - Sleepvraag

mooi
mooier
mooist

Slide 4 - Sleepvraag

gekst
gekker
gek

Slide 5 - Sleepvraag

rijker
rijkst
rijk

Slide 6 - Sleepvraag

bangst
bang
banger

Slide 7 - Sleepvraag

beter
goed
best

Slide 8 - Sleepvraag

lidwoord + zelfstandig naamwoord
(voorbeeld: de kat)

Slide 9 - Open vraag

Lidwoord + bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord
(voorbeeld: de toffe kat)

Slide 10 - Open vraag

Lidwoord + bijvoeglijk naamwoord + bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord
bijvoorbeeld: De toffe, speelse kat.

Slide 11 - Open vraag

Verzin nu zelf een zin
lidwoord + bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Woordweb