Leg je wiskundespullen op tafel en open je boek op blz. 208.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom jongens en meisjes,
Ga rustig op je vaste plek zitten.
Leg je wiskundespullen op tafel en open je boek op blz. 208.
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- Uitleg regels afronden.
- Quiz
-Zelfstandig oefenen.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
- Ik kan afronden op een gegeven aantal decimalen.
- Ik kan afronden op een heel getal.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Afronden
Hoe meer cijfers een getal heeft, hoe moeilijker het is om het te onthouden. Daarom ronden we getallen af. Een getal afronden betekent dat je een getal kleiner maakt. Je laat dan een aantal decimalen weg. Decimalen zijn de cijfers achter de komma.
Slide 5 - Tekstslide
20,7486
Slide 6 - Tekstslide
20,7486
eerste decimaal
Slide 7 - Tekstslide
20,7486
eerste decimaal
tweede decimaal
Slide 8 - Tekstslide
20,7486
eerste decimaal
tweede decimaal
derde decimaal
vierde decimaal
Slide 9 - Tekstslide
Werkschema afronden decimale getallen
Stap 1: Zet een streep achter het decimaal dat je wilt houden.
Stap 2: Zet het cijfer achter de streep in een vlaggetje.
Stap 3: Is dat cijfer een 5 of hoger? Dan tel je bij het cijfer dat voor het vlaggetje staat 1 erbij op. Dit is afronden naar boven.
Stap 4: Is het cijfer lager dan 5, dan verandert het cijfer voor het vlaggetje niet. Dit is afronden naar beneden.
Regels voor afronden
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld afronden naar boven
Vraag: Rond 20,7486 af op twee decimalen.
Uitwerking:
Zet een streep achter het decimaal dat je wilt houden.
Zet het cijfer achter de streep in een vlaggetje.
Is dat cijfer een 5 of hoger? Dan tel je bij het cijfer dat voor het vlaggetje staat 1 erbij op. Dit is afronden naar boven.
Antwoord is dus: 20,75.
2 0 , 7 4 8 6
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld afronden naar beneden
Vraag: Rond 16,4385 af op één decimalen.
Uitwerking:
Zet een streep achter het decimaal dat je wilt houden.
Zet het cijfer achter de streep in een vlaggetje.
Is dat cijfer lager dan een 5? Dan verandert er niks. Dit is afronden naar beneden.
Antwoord is dus: 16,4.
1 6 , 4 3 8 5
Slide 12 - Tekstslide
Afronden op een heel getal
Vraag: Rond 2,5163 af op een heel getal.
Uitwerking:
Je moet afronden op een heel getal. Zet een streep bij de komma.
Zet het cijfer achter de streep in een vlaggetje.
5 of hoger -> 1 erbij optellen
lager dan 5 -> verandert niks
Antwoord is dus: 3.
2 , 5 1 6 3
Slide 13 - Tekstslide
Rond af op twee decimalen 7,93567843
Slide 14 - Open vraag
Rond af op twee decimalen 135,595996
Slide 15 - Open vraag
Rond af op één decimaal 7,934
Slide 16 - Open vraag
Rond af op een heel getal 18,8
Slide 17 - Open vraag
Rond af op een heel getal 7,234
Slide 18 - Open vraag
Het bedrag op de bon van de spruiten bereken je met 0,52 × 1,561. Bereken het antwoord. Rond af op twee decimalen.
A
€ 0,82
B
€ 0,81
C
€ 0,18
D
€ 0,812
Slide 19 - Quizvraag
Bereken het bedrag op de bon van de bananen. Rond af op twee decimalen.
A
€ 1,42
B
€ 1,32
C
€ 1,30
D
€ 1,31
Slide 20 - Quizvraag
Bereken het bedrag op de bon van de appels. Rond af op twee decimalen.
A
€ 2,25
B
€ 1,12
C
€ 2,30
D
€ 2,24
Slide 21 - Quizvraag
Ligt 349 dichter bij 300 of dichter bij 400?
A
300
B
400
Slide 22 - Quizvraag
Ligt 6897 dichter bij 6000 of dichter bij 7000?
A
6000
B
7000
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Ik kan afronden op een gegeven aantal decimalen
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Ik kan afronden op een heel getal.
😒🙁😐🙂😃
Slide 26 - Poll
Zelfstandig werken
Maken: Kader: Opgave 48 t/m 54 en 56 t/m 61 op blz. 189 t/m 192.
Basis : Opgave 47 t/m 53 en 55 t/m 60 op blz. 185 t/m 188.