den 10. Januar: Vorbereitung toegepaste woordenschat

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NMN@wiringherlant.nlMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programm
  • besprechen einige Wörter anhand einiger Fragen(S. 106, 107, 108, 109)
  • an die Arbeit: eigene Wahl
  • Rückblick 

Slide 2 - Tekstslide

Ziele
  • Ihr kennt die Wörter der Lernliste(S. 106, 107, 108, 109)
  • Ihr sprecht Deutsch auf A2 Niveau. 
  • Ihr könnt selbständig arbeiten.

Slide 3 - Tekstslide

toetsen programma K. 2
3. 18 januari: Lernarbeit K. 2: toegepaste woordenschat: niet herkansbaar(1 x)
4. 20 januari: inleveren boekverslag 1 (mag ook eerder maar niet later): niet herkansbaar(3 x)
5. 24 januari: Lesearbeit: niet herkansbaar(2 x)
6. 31 januari: Hörarbeit: niet herkansbaar(2 x)

Slide 4 - Tekstslide

Ich mag die Vielfalt in Kreuzberg.
Was bedeutet: Vielfalt

A
veelvoudigheid, diversiteit
B
veelheid, diversiviteit
C
veelzijdigheid, divertikel
D
veelzijdigheid, diversiteit

Slide 5 - Quizvraag

In Berlin gibt es viele unterschiedliche Viertel. Was bedeutet: Viertel
A
wijken
B
vierkant
C
wijk
D
vierkanten

Slide 6 - Quizvraag

Endlich hatte sich das Rätsel aufgeklärt.
Was bedeutet: aufgeklärt
A
afnemen
B
opgehelderd
C
afgenomen
D
ophelderen

Slide 7 - Quizvraag

Nur eine kleine Schicht der Bevölkerung konnte reisen.Was bedeutet: Schicht

A
laag
B
lagen
C
schip
D
schepen

Slide 8 - Quizvraag

Der Schaffner lief durch den Zug.Was bedeutet: Schaffner

A
machinist
B
conducteurs
C
machinisten
D
conducteur

Slide 9 - Quizvraag

Ich finde es toll, auf diese Strecke zu fahren.Was bedeutet: Strecke

A
traject
B
trajecten
C
straat
D
straten

Slide 10 - Quizvraag

Sanne ist nur mit dem Nötigsten ausgestattet.Was bedeutet: ist... mit.... ausgestattet
Let op: lees goed hoe het staat in de zin

A
uitgerust zijn met
B
is met..... uitgerust
C
is met .... gebleven
D
is gebleven met

Slide 11 - Quizvraag

Ich ziehe vom .............. ab. Was kann man in die Lücke eintragen?


A
Gurt
B
Fahrkarte
C
Schalter
D
Hauptbahnhof

Slide 12 - Quizvraag

Ich kaufe eine .................... . Was kann man in die Lücke eintragen?


A
Gurt
B
Fahrkarte
C
Schalter
D
Hauptbahnhof

Slide 13 - Quizvraag

an die Arbeit: persönliche Lernziele/toets
Jullie kunnen met onderstaande opdrachten aan de slag:

1. lernen: K. 2: S. 106, 107, 108, 109(wie een herkansing wil doen: 17 januari(facultatief);toegepaste woordenschat: 18 januari
2. lernen: S. 70: Gr. C:  modale ww/Gr. H:S.91:  keuzevoorzetsels
3. machen: C Grammatik: ab 70: 10, 11, 12, 13, 16, (17, 19), 20/WS 21, 22, 23, 24, 29/H Gr: S. 91: 6, 8,,9, 10, (11, 12,13, ) 15, 16/I WS: S. 95: 17, 18, 19, 25
4. extra oefenen Luisteren: sites staan in teams
5.werken aan verwerkingsopdrachten boekverslag(teams)/boek lezen
6. werken aan leesvaardigheid(tekst van de tafel)
persoonlijke feedback













timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Ergebnis der Stunde

Slide 15 - Woordweb