Van een reep chocola word ik altijd blij.1. Ik zoek de persoonsvorm(en): WORD.
| Van een reep chocola | word | ik | altijd | blij.
2. Ik zoek het onderwerp: Wie wordt? > IK!
3. Doet of is het onderwerp iets?
Het IS iets... BLIJ!
NG = is blij (let op... werkwoorden én toestand, eigenschap of beroep!)