PW H5

Hoofdstuk 5
Migratie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Migratie

Slide 1 - Tekstslide

Wereldwijd zijn er zo'n 250 miljoen internationale migranten.
Dat is ongeveer 3% van de wereldbevolking

Slide 2 - Tekstslide

Kettingmigratie
Als eenmaal gestarte migratie leidt tot meer migratie noemen we dat
kettingmigratie.

Daarbij spelen migratienetwerken een rol.
migratienetwerk – Het geheel van relaties die thuisblijvers, toekomstige migranten en al geëmigreerden met elkaar onderhouden. Deze netwerken maken kettingmigratie mogelijk.

Slide 3 - Tekstslide

Migratie, ontwikkeling, retourmigratie
retourmigratie – Mensen verhuizen terug naar het land waar ze vroeger uit vertrokken zijn.
In een gebied met armoede:
  • niet veel scholing
  • niet bewust van betere mogelijkheden

Er komt beperkte migratie op gang doordat aspiraties stijgen, maar er is nog niet altijd voldoende geld. Wat is er in deze fase veranderd?
  •  stijging van welvaart en opleidingsniveau
Waarom migreren mensen als er voldoende welvaart is?
  • genoeg mogelijkheden 
  • toegang tot informatie door onderwijs 
  • voldoende geld om te migreren 

Slide 4 - Tekstslide

Gezin
Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?
bij gezinsvorming laat een migrant een partner uit herkomstland overkomen, bij gezinshereniging laat de migrant zijn gezinsleden overkomen

Slide 5 - Tekstslide

Reacties
Reacties van inwoners uit het bestemmingsgebied verschillen.
 

Wanneer de angst voor migranten extreem is, spreekt men van
 xenofobie

Slide 6 - Tekstslide

Aspiraties en mogelijkheden
Mensen die vooral kunnen emigreren:
Jongeren, hoger opgeleiden, mensen met geld of veel contacten

Aspiratie = de wens om de eigen situatie te verbeteren
Mogelijkheden = middelen om de aspiraties uit te voeren


Slide 7 - Tekstslide

Afspraken binnen Europa
Om als één blok op te treden, proberen alle lidstaten van de EU de volgende afspraken te maken:
  • opvang zo dicht mogelijk bij het vertrekgebied
  • aanpakken mensensmokkel
  • de migrantenstroom beperken door informatie via internet en sociale media
  • lidstaten moeten vluchtelingen opnemen op basis van bevolkingsomvang en welvaart

Slide 8 - Tekstslide

Reden voor migratie 
  • Vertrekredenen 
    - armoede                - hongersnood       - discriminatie 
    - weinig werk          - oorlog 
  • Vestigingsreden  
    - (veel) werk            - veilig leven 
    - goede opleiding 

Slide 9 - Tekstslide

Redenen voor migratie
  • Economische reden (mensen willen een betere baan)
  • Politieke reden (mensen vluchten voor oorlog)
  • Natuurlijke reden (mensen vluchten voor een natuurramp)

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsmigrant of gastarbeider?
  • Arbeidsmigranten komen voor vast hierheen om te werken.
  • Gastarbeiders gaan na een tijdje werken terug naar eigen land

Slide 11 - Tekstslide

Gastarbeiders / arbeidsmigranten
Na 1960 was er veel werk in Nederland. Er kwamen gastarbeiders. Velen bleven in Nederland wonen en lieten hun familie komen. We noemen ze daarom nu arbeidsmigranten.
--> Gastarbeiders Turkije en Marokko
--> arbeidsmigranten uit Oost-Europa

Slide 12 - Tekstslide

Redenen om te migreren:
Reden om te migreren:
1. Economisch
2. Politiek
3. Ecologisch
4. Sociale redenen

Motieven migratie onder te verdelen in push- en pullfactoren:

Voorbeeld push: oorlog, droogte
Voorbeeld pull: veiligheid, werk



Slide 13 - Tekstslide

Braindrain/drain
    1. braindrain (hoger opgeleiden verlaten het land) 
    2. braingain (overdracht van kennis naar herkomstlanden van migranten).

    braindrain – Hoger opgeleiden en getalenteerde mensen verlaten een land om zich elders te vestigen.
    braingain – Nieuwe kennis, ideeën en innovaties komen een herkomstland binnen door informatie en geldzendingen van migranten.

    Slide 14 - Tekstslide