Cursus 7 Spelling §11 en les 4 Plan je reis

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
lesboek
schrift
leesboek
 etui
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
lesboek
schrift
leesboek
 etui

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)
- Verleden tijd van sterke werkwoorden
- Korte pauze (drie minuten)
- Les 3 van 'Plan je reis' 

Slide 2 - Tekstslide

Lezen + (huiswerk controleren)
timer
12:00

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  • Spelling: Je kunt in een tekst de verleden tijd van sterke werkwoorden maken.
  • Werkstuk: Je werkt aan hoofdstuk 1 van je werkstuk, algemene informatie.


Slide 4 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
1. Ik-vorm (aangepaste stam)
2. Ik-vorm + t
3. Hele werkwoord


Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!
Vormen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
A
sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, zwakke niet.
B
zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, sterke niet.

Slide 7 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
stoppen
hebben
dansen
worden
schrijven
boffen
lopen
zijn
fietsen
lachen

Slide 8 - Sleepvraag

Ik begrijp het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden
0100

Slide 9 - Poll

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

1 Persoonsvorm in de zin verandert van klank.

2 Schrijf zo kort en eenvoudig mogelijk. Schrijf eigenlijk gewoon wat je hoort.
bieden -bood -boden
lijden - leed - leden
vriezen - vroor - vroren

Slide 10 - Tekstslide

LET OP : NOOIT DT op het eind
3 Kijk goed naar het onderwerp: enkelvoud of meervoud
4 Weet je niet of het op een d of t eindigt in het enkelvoud?: Maak er meervoud van.
worden - werden -werd
verbinden-verbonden- verbond
smelten-smolten-smolt

Slide 11 - Tekstslide

Lisa .... (verdwijnen) gisteren door de deur, die uitkwam op de kleine kloostergang.

Slide 12 - Open vraag

Jochem .... (blazen) gisteren alle kaarsjes op zijn taart uit!

Slide 13 - Open vraag

Afgelopen week hadden die honden ruzie, ze .... (bijten) elkaar in de poten.

Slide 14 - Open vraag

Toen Max en Jack aan het stoeien waren, .... (breken) zij de vaas van oma.

Slide 15 - Open vraag

§11 De verleden tijd van sterke werkwoorden
- Maak op blz. 244/245 opdracht 1, 2 en 3 in je schrift.
- Ga naar spellingoefenen.nl en oefen wat in de afbeelding hieronder staat.




Hoe: Je maakt het alleen
Nodig: Je lesboek, schrift en een pen
Klaar? Lees het nieuws op www.nos.nl of www.ad.nl




timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Even pauze
timer
4:00

Slide 17 - Tekstslide

Plan je reis naar Afrika
Opdracht:
1) Lees het opdrachtenboekje goed door
2) Kies een land in Afrika waar jij je werkstuk over gaat houden
3) Zoek informatie over dat land op en begin met het schrijven van een inleiding (waarom heb je dit land gekozen) en ga daarna verder..

Hoe: Je mag overleggen
Nodig: Opdrachtenboekje en Ipad
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide