Werkwoordspelling verleden tijd (sterke werkwoorden)

Werkwoordspelling verleden tijd 
(sterke werkwoorden)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling verleden tijd 
(sterke werkwoorden)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1 Opdrachten afmaken
2 Huiswerk bespreken: verleden tijd (niet-klankveranderende zwakke werkwoorden
3 Verleden tijd: sterke (klankveranderende werkwoorden)

Slide 2 - Tekstslide

Maken paragraaf 8 blz. 254
opdracht 7
Let op : de zinnen hebben meer dan 1 persoonsvorm
Zoek deze op 
Kijk in welke tijd de persoonsvormen moeten staan
 zoek het onderwerp erbij.

Slide 3 - Tekstslide

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

 Persoonsvorm in de zin verandert van klank.

2 Schrijf zo kort en eenvoudig mogelijk. Schrijf eigenlijk gewoon wat je hoort.
bieden -  bood -   ik heb geboden
lijden -    leed -    ik heb geleden
vriezen     -    vroor -    het heeft gevroren

Slide 4 - Tekstslide

LET OP : NOOIT DT op het eind
WERDT = FOEI
3 Kijk goed naar het onderwerp: enkelvoud of meervoud
4 Weet je niet of het op een d of t eindigt in het enkelvoud?: Maak er meervoud van.
worden - werden -werd
verbinden-verbonden- verbond
smelten-smolten-smolt

Slide 5 - Tekstslide

Wist Bram gisteren zelf wel
waarover hij .... (spreken)?

Slide 6 - Open vraag

Lisa .... (verdwijnen) gisteren door de deur, die uitkwam op de kleine kloostergang.

Slide 7 - Open vraag

..... (liegen) jij vorige week toen je vertelde over die afspraak?

Slide 8 - Open vraag

Jochem .... (blazen) gisteren alle kaarsjes op zijn taart uit!

Slide 9 - Open vraag

Zo'n drieduizend jaar geleden ....
(trekken) de gletsjers zich terug naar het noorden.

Slide 10 - Open vraag

Karim .... (snijden) afgelopen dinsdag in zijn vinger.

Slide 11 - Open vraag

Afgelopen week hadden die honden ruzie, ze .... (bijten) elkaar in de poten.

Slide 12 - Open vraag

In de afgelopen 10 jaar .... (bevriezen) de rivier misschien twee keer.

Slide 13 - Open vraag

Toen Max en Jack aan het stoeien waren, .... (breken) zij de vaas van oma.

Slide 14 - Open vraag

Gisteren .... (brengen) ik de kinderen met de auto naar school.

Slide 15 - Open vraag

Toen wij aan het wandelen waren, ..... (fluiten) die leuke jongen naar mij.

Slide 16 - Open vraag

Afgelopen Kerst, .... (eten) jullie toen ook zalm met broccoli?

Slide 17 - Open vraag

Roos en Linda ..... (hebben) gisteren allebei een voldoende gehaald voor de toets

Slide 18 - Open vraag

De twee bergbeklimmers ... (houden) elkaar angstvallig vast toen zij vorige week van de berg af dreigden te vallen

Slide 19 - Open vraag

Jij .... (weten) het antwoord op die vraag in het huiswerk van gisteren toch ook niet?

Slide 20 - Open vraag

Ik herken sterke ww.

Slide 21 - Woordweb

Maken:
Paragraaf 9: opdracht 1,2, 3 en 4 en 5

Slide 22 - Tekstslide