H3 B1 (1 BK)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Ordening

Planning

Herhaling

Leerdoelen

Uitleg

Aan de slag

Afsluiten

Dierlijke cellen hebben een celwand

1. Waar
2. Niet waar

Dierlijke cellen hebben celplasma

1. Waar
2. Niet waar

Dierlijke cellen hebben celmembraam

1. Waar
2. Niet waar

Dierlijke cellen hebben bladgroenkorrels.

1. Waar
2. Niet waar

Dierlijke cellen hebben een vacuole.

1. Waar
2. Niet waar

Leerdoelen

Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.

Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Groepen

1 Groep: geen celkern

1 Groep: Wel celkern

Rijken: Planten, dieren, schimmels en bacterien. 

Opdacht

Kijk naar de dieren in afbeelding op het bord. Let goed op de verschillen tussen de dieren. De ene leerling neemt een dier in gedachten uit afbeelding op het bord. De andere leerling probeert erachter te komen welk dier het is.

Je mag vragen stellen, maar de ander mag alleen antwoorden met ‘ja’ of met ‘nee’. Je mag niet naar de naam vragen. Je mag dus niet vragen: ‘Is het een kikker?’ Probeer zo min mogelijk vragen te stellen om het dier te raden.

Celkernmerken

Celkernmerken: Kernmerken van de cel waardoor we organismen kunnen ordenen.

• Dieren hebben geen celwand.
  
• Planten hebben bladgroenkorrels in veel cellen.
  
• Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celkern en celwand.
  
•  Bacteriën hebben geen celkern.

Boek blz 134

Soorten

Organismen behoren tot dezelfde soort:

• als ze zich samen kunnen voortplanten,

• en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Maken opdrachten 2 t/m 6 (blz 134)

Rijken: Planten, dieren, schimmels en bacterien. 

Celkernmerken: Kernmerken van de cel waardoor we organismen kunnen ordenen.

Organismen behoren tot dezelfde soort:

• als ze zich samen kunnen voortplanten,

• en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Leerdoelen

Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.

Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.