Th 4 Ordening Quiz

Th 4 Ordening Quiz
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Th 4 Ordening Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Heeft celkern, celmembraan en cytoplasma. 
alleen een celwand 
en cytoplasma
Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 2 - Sleepvraag

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 3 - Sleepvraag

De veroorzaker van deze ziekten heeft alleen een celwand.
Het is een......
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 4 - Quizvraag



Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 5 - Quizvraag



Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 6 - Quizvraag


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 7 - Quizvraag

Elk onderdeel is dubbel.
Sommige onderdelen moeten 2 keer in dezelfde geplaats worden.
plantencel
dierlijke cel
celwand
celmembraam
celmembraam
celwand
celkern
celkern
vacuole
vacuole
Bladgroenkorrels
Bladgroenkorrels
Celplasma
Celplasma

Slide 8 - Sleepvraag

WAT IS ======> NIET JUIST?
In de koelkast vind je alle groepen organismen

In de koelkast vind je niet alleen eetbare planten en dieren, maar ook smakelijke schimmels en bacteriën. Brie bijvoorbeeld is bedekt met een wit laagje schimmels. Champignons zijn paddenstoelen en behoren dus ook tot de schimmels. Er zijn ook smakelijke bacteriën. In yoghurt en kwarktoetjes zitten heel veel bacteriën. Deze toetjes zijn gemaakt van melk waaraan melkzuurbacteriën zijn toegevoegd. Deze melkzuurbacteriën maken de melk dik en friszuur. Melk is afkomstig van een koe, maar melk bevat geen cellen van een koe. Yoghurt en kwarktoetjes bevatten ook geen cellen van een koe.
A
prei en sla behoren tot de planten
B
Kwarktoetjes en organismen in de yoghurt behoren tot de bacteriën
C
Champignon en organismen op de brie behoren tot de schimmels
D
hamburger en prei behoren tot de dieren

Slide 9 - Quizvraag


De cellen van dit organisme hebben
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 10 - Quizvraag


Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 11 - Quizvraag


Een cel van een schimmel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 12 - Quizvraag

Organismen worden ingedeeld
in de rijken:
A
Planten - Dieren
B
Bacteriën - Schimmels
C
Dieren - Planten - Bacteriën - Schimmels -Mensen
D
Bacteriën - Schimmels - Planten - Dieren

Slide 13 - Quizvraag


Dit zijn celkenmerken
A
Celkern- Celwand Bladgroenkorrels
B
Plant - Dier - Schimmel
C
cel onder de microscoop en cel met het blote oog te zien
D
Bacterie - Schimmel - Plant - Dier

Slide 14 - Quizvraag

Bacteriën
schimmels
dieren
planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand, 
celkern, geen bladgroenkorrels

Slide 15 - Sleepvraag

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 16 - Sleepvraag

Van welk organisme zie je hier de cellen?
A
Schimmels
B
Planten
C
Dieren
D
Bacterieën

Slide 17 - Quizvraag

Cel kern
Bladgroenkorrels
Celwand

Slide 18 - Sleepvraag

De mens valt onder het rijk...
A
Bacterieën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 19 - Quizvraag

Je ziet hiernaast twee cellen. Benoem de cellen
A
1=Schimmel 2=Bacterie
B
1=Schimmel 2=Dier
C
1=Bacterie 2=Schimmel
D
1=Bacterie 2=Dier

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet de voortplanting van een bacterie
A
Verdubbelen
B
Deling
C
Knop
D
draden

Slide 21 - Quizvraag


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 22 - Quizvraag


Kenmerken van sporenplanten

A
Geen bloemen
B
Wel wortels, stengels en bladeren
C
voortplanting door sporen
D
A, B en C allemaal goed

Slide 23 - Quizvraag


In de afbeelding
zie je
A
sporendoosjes
B
sporenhoopjes
C
voortplantingscellen van een mos
D
zaden van een zaadplant

Slide 24 - Quizvraag


Gerst is een
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 25 - Quizvraag


Deze plant Voortplanting door:
A
sporen
B
zaden
C
de bloemen
D
pitten

Slide 26 - Quizvraag


Deze plant behoort tot het rijk van de (1)
en de stam van de (2)
A
1: Sporen 2: mossen
B
1: Planten 2: mossen
C
1: Planten 2: sporenplanten
D
1: sporen 2: varens

Slide 27 - Quizvraag


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 28 - Quizvraag

Ken je de 4 rijken?

Slide 29 - Woordweb

Welke celkenmerken ken je?

Slide 30 - Woordweb

4 rijken
Celkenmerken

Slide 31 - Tekstslide

Vier rijken
(en de celkenmerken)
Niet alle celonderdelen die we besproken hebben komen voor bij alle organismen. Als we naar het aanwezig zijn van de verschillende celonderdelen kijken, kunnen we vier grote groepen onderscheiden. We noemen dit de rijken.
Cellen van dieren hebben geen celwanden en geen bladgroenkorrels.
Cellen van bacteriën hebben nooit een celkern.
cellen van planten en schimmels hebben een celkern en een celwand. Het verschil is dat schimmels nooit bladgroen bezitten.

Slide 32 - Tekstslide

Nog meer info en/of oefenen

Ga naar BIOLOGIEPAGINA.NL 

Kies vmbo 3
Daarna kies Thema ordening

Slide 33 - Tekstslide