In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Het autonome zenuwstelsel
Regelt dingen die vanzelf gaan
Slide 1 - Tekstslide
Welke spieren/klieren kun je niet bewust aansturen?
Slide 2 - Woordweb
Antwoord
hart
spieren van het spijsverteringsstelsel
spieren wand blaas
spieren wand bloedvaten
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Autonome zenuwstelsel
Onbewust
Klieren
Spieren in wand van holle organen: hart, maag, blaas,
spijsverteringskanaal, bloedvaten etc.
Animale zenuwstelsel
Bewust
Skeletspieren
Spieren van je gezicht
Slide 5 - Tekstslide
Welk deel van het zenuwstelsel stuurt de biceps aan? Welk deel de spieren in de wand van de galblaas?
A
Biceps autonome z.st.
galblaas autonome z.st.
B
Biceps autonome z.st.
galblaas animale z.st.
C
Biceps animale z.st.
galblaas autonome z.st.
D
Bicepst animale z.st.
galblaas animale z.st.
Slide 6 - Quizvraag
Antwoord
biceps is de spier waarmee je je arm buigt
dat doe je bewust, dus animaal
galblaas gaat onbewust, dus autonoom
Slide 7 - Tekstslide
Auto rijdt vanzelf
ezelsbrug
autonome zenuwstelsel regelt wat vanzelf gaat
Slide 8 - Tekstslide
Autonome zenuwstelsel
orthosympatisch en parasympatisch deel
Dubbele innervatie: Spieren en klieren aangesloten op
beide delen!
Het ene deel spoort aan: samentrekken
Het andere deel remt af: ontspannen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Door welk deel van het zenuwstelsel wordt de hartspier gestimuleerd? Gebruik BiNaS 88L
A
orthosympatische zenuwstelsel
B
parasympatische zenuwstelsel
Slide 11 - Quizvraag
antwoord
In binas 88L kun je zien dat het orthosympatische zenuwstelsel je hartslagfrequentie verhoogt. Het hart gaat sneller kloppen.
Het parasympatische zenuwstelsel remt de hartspier
Slide 12 - Tekstslide
Door welk deel van het zenuwstelsel worden de spieren van de blaas gestimuleerd? Gebruik weer 88L
A
orthosympatische zenuwstelsel
B
parasympatische zenuwstelsel
Slide 13 - Quizvraag
Antwoord
Het parasympatische zenuwstelsel stimuleert de blaas, het orthosympatische zenuwstelsel remt de blaas.
Deze vraag en de vorige laten zien dat de invloed van het autonome zenuwstelsel per orgaan verschilt: Het orthosympatische zenuwstelsel stimuleert het hart, maar remt de blaas.
Slide 14 - Tekstslide
Parasympathische zenuwstelsel
RUST en HERSTEL
eten en slapen
Orthosympatische zenuwstelsel
ACTIE!
vechten, vluchten, sporten
Slide 15 - Tekstslide
Het autonome zenuwstelsel beïnvloedt de verdeling van het bloed. Door welke spieren aan te sturen?
Slide 16 - Open vraag
Antwoord
Spieren in de wand van de bloedvaten.
Kringspieren vernauwen de bloedvaten, waardoor een orgaan minder bloed krijgt.
Slide 17 - Tekstslide
Welke organen krijgen het meeste bloed als het orthosympatische zenuwstelsel actief is?
A
Spijsverteringsorganen
B
Skeletspieren
Slide 18 - Quizvraag
Antwoord
Het orthosympatische zenuwstelsel maakt dat je actief kunt zijn: vechten, vluchten, sporten. Hier is veel verbranding in de skeletspieren voor nodig. Daarom moet er veel bloed naar de skeletspieren.
Slide 19 - Tekstslide
Welk deel van het zenuwstelsel laat een bloedvat naar je maag samentrekken?
A
orthosympatische zenuwstelsel
B
parasympatische zenuwstelsel
Slide 20 - Quizvraag
Antwoord
Het orthosympatische zenuwstelsel zorgt ervoor dat er meer bloed naar de skeletspieren gaat en minder bloed naar de spijsverteringsorganen. Bloedtoevoer naar de maag wordt dus afgeknepen.
Slide 21 - Tekstslide
Parasympatische
zenuwstelsel
Bloedvaten naar spijsverteringsorganen worden wijder
Bloedvaten naar skeletspieren worden nauwer
Orthosympatische zenuwstelsel
Bloedvaten naar
skeletspieren worden wijder
Bloedvaten naar spijsverteringsorganen worden nauwer
Slide 22 - Tekstslide
Het orthosympatische zenuwstelsel laat de spieren in de kleinste luchtpijptakjes ontspannen. (Zie BiNaS 88L) Wat is hier het nut van?
Slide 23 - Open vraag
antwoord
Hierdoor kan er meer lucht in de longen. Er kan meer zuurstof uit de lucht gehaald worden, waardoor er meer verbranding kan plaatsvinden. Voor ACTIE is veel energie nodig.