Hoofdstuk 5 par. 3 Werken met weerstanden Deel 1

Hoofdstuk 5
Schakelingen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Paragraaf 5.3 deel 1
Werken met weerstanden
in een serieschakeling

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Vervangingsweerstand berekenen van weerstanden in serie
  • Uitleggen hoe stroom in een serieschakeling werkt
  • Uitleggen hoe spanning in een serieschakeling werkt
  • De wet van ohm gebruiken om onbekende waarden in een serieschakeling te bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Juiste spanning voor het juiste lampje
Een lampje dat bij een spanning van
6V perfect werkt, zal bij een spanning
van 9V doorbranden.

Stel je hebt een batterij van 9V, 
maar een lampje dat geschikt is voor een 6V spanningsbron.
Hoe kun je dan toch het lampje gebruiken?
Je moet de stroom dan proberen te verlagen!


Slide 4 - Tekstslide

6V lampje en een 9V spanningsbron...
Dan moet je de weerstand verhogen
zodat je wel de 9V batterij kan gebruiken.

WANT -   Als de weerstand groter wordt, 
                  wordt de stroom kleiner.
weerstand

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Meer weerstanden in serie...
Als je meer weerstanden in serie schakelt, wordt de weerstand steeds groter. Rtot = R1 + R2 + R3


Dus Rtot = 250 + 550 + 1 000 = 1 800 ohm
Je noemt dit de "totale weerstand"
 of de "vervangings-weerstand".

Slide 7 - Tekstslide

Stroomsterkte in een serieschakeling 
De stroomsterkte in een 
serieschakeling is overal 
evengroot...

... maar de spanning verdeelt
zich over de schakelonderdelen

Slide 8 - Tekstslide

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de totale weerstand van deze schakeling?
A
9 Ohm
B
3 Ohm
C
12 Ohm
D
11 Ohm

Slide 10 - Quizvraag

Vergelijk de stroom bij A1
met de stroom bij A2.
Wat is juist?
A
A1 > A2
B
A1 = A2
C
A1 < A2
D
Dat kun je niet bepalen

Slide 11 - Quizvraag

Hoe groot is de spanning over U2?
A
3 V
B
6 V
C
9V
D
12 V

Slide 12 - Quizvraag

Hoe groot is de spanning van spanningsbron U?
A
3 V
B
6 V
C
9 V
D
12 V

Slide 13 - Quizvraag

Hoe groot is de stroomsterkte in deze schakeling?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 14 - Quizvraag

Hoe groot is stroomsterkte in deze schakeling?
A
7 A
B
4 A
C
3 A
D
1,2 A

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de weerstandswaarde van de onbekende weerstand. Deze is.......
A
1 Ohm
B
2 Ohm
C
3 Ohm
D
4 Ohm

Slide 16 - Quizvraag

Samenvatting:
  • Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
  • De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
  • De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
  • Je kunt hier de wet van 
       ohm ook toepassen...
R=IU

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 
Lees de tekst van par. 5.3 goed door.
Maak de vragen 1 t/m 5 van par. 5.3 op de site.
Kijk de vragen zelf na.
Ga na of de lesdoelen hebt gehaald.

Slide 18 - Tekstslide