5.3 Werken met weerstand in serie

Wat was het onderwerp
van de vorige les?
max. 1 woord
1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat was het onderwerp
van de vorige les?
max. 1 woord

Slide 1 - Woordweb

Weerstand in serie (Boek B)




Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine







Lessonup
- JA

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Weerstand berekenen van weerstanden in serie
  • Uitleggen hoe stroom in een serieschakeling werkt
  • Uitleggen hoe spanning in een serieschakeling werkt
  • De wet van ohm gebruiken om onbekende waarde in een serieschakeling te bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Juiste volt voor het juiste lampje
Een lampje die bij 6V perfect 
werkt, kan bij 9V doorbranden.

Stel je hebt een batterij van 9V, 
maar een lampje voor een 6V spanningsbron, kan je dan toch het lampje gebruiken? Hoe dan?

Slide 4 - Tekstslide

6V lampje en een 9V spanningsbron...
Dan moet je de weerstand verhogen
zodat je wel de 9V batterij kan gebruiken.

WANT - Als de weerstand groter wordt, wordt de stroom kleiner.

Slide 5 - Tekstslide

Meer weerstanden in serie...
Als je meer weerstanden in serie schakelt, wordt de weerstand steeds groter. Rtot = R1 + R2 + R3



Dus Rtot = 250 + 550 + 1 000 = 1 800 ohm
Vervangings-weerstand

Slide 6 - Tekstslide

Stroomsterkte in een serieschakeling 
De stroomsterkte in een 
serieschakeling is overal 
evengroot...

... maar de spanning verdeelt
zich over de schakelonderdelen

Slide 7 - Tekstslide

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de totale weerstand?
A
9
B
3
C
12
D
11

Slide 9 - Quizvraag

Hoe vergelijkt de stroom bij A1 met de stroom bij A2
A
A1 > A2
B
A1 = A2
C
A1 < A2
D
Je kan het niet bepalen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de spanning in U2?
A
3V
B
6V
C
9V
D
12V

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de spanning in U?
A
3V
B
6V
C
9V
D
12V

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de stroom?
A
7 A
B
4 A
C
3 A
D
1,2 A

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de grootte van de onbekende weerstand?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

*Maak opgaven 4 (blz 91)
timer
2:30

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maak opgaven 5 (blz 92)
timer
3:30

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

*Maak opgaven 6 (blz 92)
timer
3:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Maak opgaven 8 a, b, c (blz 92)
timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Maak opgaven 1 (blz 91)
timer
3:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je
vandaag geleerd

Slide 28 - Woordweb

Samenvatting:
  • Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
  • De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
  • De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
  • Je kunt hier de wet van 
       ohm ook toepassen...
R=IU

Slide 29 - Tekstslide