V6 beschouwing algemeen


Welkom 
v6ta!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
v6ta!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Introductie beschouwing afmaken (vorige les)
  3. Betoog inzien
  4. Toets literatuurgeschiedenis bespreken
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een beschouwing?
A
Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen
C
Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Een tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het doel van een beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
amuseren

Slide 5 - Quizvraag

Wat bevat een beschouwing veelal?
A
feiten
B
meningen
C
argumenten
D
de mening van de schrijver

Slide 6 - Quizvraag


A
wel beschouwend
B
niet beschouwend

Slide 7 - Quizvraag

Welke structuur heeft een beschouwing NOOIT?
A
argumentatie- structuur
B
verklaring- structuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur

Slide 8 - Quizvraag

Welke structuur is het meest voor de hand liggend voor een beschouwing?
A
argumentatie- structuur
B
verklaring- structuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur

Slide 9 - Quizvraag

Is een beschouwing subjectief of objectief?
A
subjectief
B
objectief

Slide 10 - Quizvraag

Wat hoort NIET thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een moeilijk probleem
C
een stelling
D
een mening

Slide 11 - Quizvraag

Wat hoort WEL thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een moeilijk probleem
C
een stelling
D
een mening

Slide 12 - Quizvraag

Wat ga je in de kern van een beschouwing vinden?
A
meningen
B
feiten
C
voor- en nadelen
D
drogredenen

Slide 13 - Quizvraag

ten eerste..., daarnaast...., daar staat tegenover dat...

Waar zijn dit passende signaalwoorden voor?
A
het slot
B
de kern
C
de inleiding

Slide 14 - Quizvraag

Is het slot van een beschouwing open of gesloten?
A
open
B
gesloten

Slide 15 - Quizvraag

Wat staat NIET in het slot van een beschouwing?
A
een conclusie
B
herhaling vraagstelling
C
een uitsmijter
D
een samenvatting

Slide 16 - Quizvraag

Wat staat er WEL in het slot van een beschouwing?
A
hypothese
B
oplossing
C
afweging
D
aanleiding

Slide 17 - Quizvraag

Lees de beschouwing 
'Lease je hem wel of lease je hem niet?'

  • Markeer de vraagstelling.
  • Markeer de kernzinnen.
  • Omcirkel de gebruikte signaalwoorden.
  • Geef antwoord op de volgende vraag: hoe kun je zien dat dit een beschouwing is? 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is je opgevallen aan:
waar in de inleiding de vraagstelling wordt geïntroduceerd?
de kernzinnen en waar/hoe deze worden gepresenteerd?
de gebruikte signaalwoorden?

Slide 19 - Open vraag

Leg uit hoe je kunt zien dat de beschouwing 'Lease je hem wel of lease je hem niet?' een beschouwing is.

Slide 20 - Open vraag

Wat valt er op te merken aan de beschouwing 'Lease je hem wel of lease je hem niet?'?

Slide 21 - Open vraag


Ik weet nu wat een beschouwing is en hoe deze eruitziet.
Leerdoelcheck!
010

Slide 22 - Poll

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 21 november
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: laptop en leesboek
  • Programma: beschouwing inleiding

Dinsdag 3 december: kladversie beschouwing
Dinsdag 10 december: definitieve versie beschouwing

Slide 23 - Tekstslide