Veilig werken les 2

• Techniek
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute VK
• Leerroute 2

	Vak: Techniek - theorie Hoofdstuk 1: Veilig werken - lesbrief 2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

- Pak de klapper van de theorie, maar hou deze nog even dicht.

- Pak de ipad en ga naar lesson up.

2. Lesdoel 

De doelen van dit hoofdstuk zijn:

Na het doorlopen van deze lesbrief kan/ken ik:

- Algemene regels rondom veilig werken.

- Een aantal persoonlijke beschermingsmiddelen en waarvoor je ze gebruikt.

- Veilig en bewust werken.

- Algemene regels rondom veilig werken met machines

- Verschillende iconen die moeten rondom veilig werken.

Terug kijken

Vorige les:

- Zijn algemene regels van veilig werken behandeld.

- Zijn algemene regels behandeld als je met gereedschappen en machines werkt. 

- Zijn persoonlijke beschermingsmiddelen behandeld.

3. Mini-check

Iedereen maakt de mini-check.

Heb je 2 van de 3 vragen goed dan mag je zonder instructie aan de slag.

Een belangrijke vraag die je jezelf stelt voordat je met elektrisch gereedschap werkt is?

1. Heb ik genoeg ruimte om mij heen?
2. Is de deur dicht?
3. Hoeveel mensen zijn er in het lokaal?
4. Wat doet deze machine?

Een blauw rond bord betekend?

1. Dat je er goed op moet letten
2. Een waarschuwing
3. Dingen die moeten
4. Verkeersborden

Een rood bord driehoekig bord zijn....

1. Dingen die verplicht zijn
2. Dingen die niet mogen
3. Dingen die interessant zijn
4. Let op borden

Wie maakt wat?

Heb je 3 van de 3 vragen goed dan mag je zonder instructie aan de slag.

Lees steeds eerst de tekst voor de opdracht. Vervolgens kan je de opdracht maken. 

Je maakt lesbrief 2 Veilig werken blz. 11 t/m 19.

4./5. Instructie/ Begeleid inoefenen

ELEKTRISCH GEREEDSCHAP VEILIG GEBRUIKEN

Als je met een machine gaat werken moet je je zelf altijd een paar vragen stellen:

o Wat doet je machine?

o Kan deze machine voor mezelf of voor andere gevaarlijk zijn?

o Hoe gebruik je de machine?

o Is de machine in orde?

o Waar zit de noodstop?

o Welke BPM moet ik dragen?

ICONEN

Dingen die moeten

Deze zijn dus verplicht

Je herkent dit bord aan

de ronde vorm en blauwe kleur.

ICONEN

Dingen die niet mogen.

Je herkent dit bord aan de

ronde vorm en rode kleur.

vaak met streep of kruis erin.

ICONEN

Dingen waar je voor moet opletten. 

Let op bord heeft vaak een driehoekige vorm

of een ruitvorm.

6. Zelfstandig werken

Maak de opdrachten van  lesbrief 2 Veilig werken blz. 11 t/m 19.

Als je de opdrachten af hebt laat je het aan de docent zien. De docent bekijkt of je de opdrachten serieus hebt gemaakt of dat je er nog extra aandacht aan mag besteden.

Zijn de opdrachten naar behoren gemaakt dan kun je de opdrachten nakijken. 

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

lesbrief 2 Veilig werken blz. 11 t/m 19.

Toetsen: 

woensdag 6 november

hoofdstuk veilig werken

7. Evaluatie

Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?