Mensen en hun activiteiten

Mensen en hun activiteiten
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mensen en hun activiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



B193 Bestaansmiddelen

Natuur, arbeid en kapitaal
B194 Productiemiddelen
B195 Grondstoffen
B196 Arbeidsintensief en kapitaalintensief

Landbouw
B197 Landbouw
B198 Specialisatie
B199 Schaalvergroting
B200 Intensieve landbouw
B201 Extensieve landbouw


















Landbouw en inrichting
B202 Landbouw en inrichting
B203 Draineren en irrigeren

Industrie en diensten
B204 Industrie en ambacht
B205 Industrie
B206 Diensten
B207 Industrie, diensten en inrichting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



B193 Bestaansmiddelen
manieren om een inkomen te verkrijgen = een bestaansmiddel

Je kunt deze verdelen in drie sectoren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de primaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de tertiaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tertiaire sector = kantoorbanen, primaire sector = landbouw, secundaire sector = industrie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De agrarische sector is een ander woord voor welke onderstaande sector?
A
beroepssector
B
dienstensector
C
industriesector
D
landbouwsector

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kan alles onderverdelen in drie sectoren. De eerste sector is de landbouw, de tweede sector is de industrie en de derde sector zijn de diensten. Bij welke sector hoort deze afbeelding?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
D
Mijnbouw

Slide 9 - Quizvraag

mijnbouw --> goudwinning 
Wat is een ambacht?
A
Een beroep waarbij je op kantoor zit
B
Een functie in het leger
C
Een beroep waarbij je 1 onderdeel van een product maakt.
D
Een beroep waarbij je een product met de handen maakt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN ambacht?
A
Timmerman
B
Smid
C
Boerenknecht
D
Klerenmaker

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de quartaire sector?
A
Industrie
B
Diensten met winstoogmerk
C
Landbouw
D
Diensten zonder winstoogmerk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat behoort niet tot de quartaire sector?
A
School
B
Brandweer
C
verzekeringsmaatschappijen
D
defensie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Natuur, arbeid en kapitaal
B194 Productiemiddelen
B195 Grondstoffen
B196 Arbeidsintensief en kapitaalintensief

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B194 Productiemiddelen
De dingen die je nodig hebt om iets te kunnen maken zijn: 
1.arbeid
2. kapitaal 
3. natuur 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeid 
Betaalde werk dat mensen verrichten om goederen te maken of diensten te verlenen = arbeid 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaal 
Alle gebouwen, machines, hulpmiddelen en voertuigen die nodig zijn voor de productie = kapitaal


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuur
onderdelen uit de natuurlijke omgeving die nodig zijn voor de productie, zoals grond en delfstoffen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking

  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • 1. iedereen die nu al werkt; 
  • 2. werklozen horen ook bij beroepsbevolking

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie productiemiddelen zijn er?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grondstoffen 
stoffen die in een fabriek worden verwerkt = grondstof

Stoffen die nog niet zijn bewerkt = ruwe grondstof

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondstoffen en delfstoffen
Sommige grondstoffen worden uit de bodem gehaald. Dit worden delfstoffen genoemd.

Delven = uitgraven.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delfstoffen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delfstoffen aan de oppervlakte*    
  • Wanneer delfstoffen relatief dicht aan het oppervlakte liggen, worden ze door dagbouw gewonnen.




* kalksteen, klei, zand en grind
Delfstoffen in Nederland

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbouw
Schachtbouw

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbouw 
Schachtbouw

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort
mijnbouw is op de
afbeelding te zien?
A
dagbouw
B
schachtbouw

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit noem je .....
A
Dagbouw
B
Schachtbouw

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze 2 vormen van mijnbouw haalt grondstoffen uit de diepe ondergrond?
A
Dagbouw
B
Schachtbouw

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het plaatje laat het volgende zien:
A
Schachtbouw
B
dagbouw

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grondstof - - > halffabricaat - - - - - - - > eindproduct

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Halffabricaat 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaalintensief vs Arbeidsintensief
Kapitaalintensief
Arbeidsintensief

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaalintensief

Arbeidsintensief

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsintensief en kapitaalintensief

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitaalgoederen - investeren
  • Gereedschap, gebouw, machines, auto's, zijn kapitaalgoederen
  • Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen = investeren = je koopt het om er later aan te verdienen. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben de begrippen investeren en kapitaalgoederen met elkaar te maken?
A
Je koopt een machine want die levert veel geld op.
B
Je geeft veel geld uit aan een machine die lang meegaat.
C
Je verkoopt een machine om veel geld te verdienen.
D
Zonder een machine hoef je niet veel geld uit te geven.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kapitaalgoederen...
A
hulpmiddelen om iets te produceren
B
geld dat je leent van de bank

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisatie

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisatie en automatisering
  • Mechanisatie = machines nemen de spierkracht van mensen over
  • Automatisering = machines nemen het denkwerk van mensen over

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisatie

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisatie en automatisering verhogen dus de arbeidsproductiviteit
         
         Arbeid      -    Mechanisatie   -   Automatisering


Mechanisatie
spierkracht wordt vervangen door machines
Automatisering
spierkracht en denkwerk worden vervangen door computers (bv robots). 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselproductie
Door Landbouw
3 vormen van Landbouw:
  1. Akkerbouw
  2. Veeteelt
  3. Tuinbouw

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landbouw NU!
- specialisatie, schaalvergroting, globalisering 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B198 Specialisatie en B199 Schaalvergroting 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaalvergroting
Het steeds groter worden van 
(landbouw)- bedrijven.




Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen schaalvergroting

Veel werkgelegenheid
Veel omzet (geld)
Goed voor de economie

Nadelen schaalvergroting

Op allerlei manieren slecht voor het milieu...
(luchtvervuiling, watervervuiling, bodemvervuiling en ook minder ruimte voor natuur)

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaalvergroting en specialisatie
Gevolg: 
  • monocultuur (één enkel gewas)
  • schaalvergroting
  • Meer produceren en verdienen


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt er op? Wanneer begint de schaalvergroting? 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zware industrie. 
Grondstoffen -> Halffabricaat 
Grondstof
Zware industrie
Halffabricaat 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies