Energie - soortelijke warmte en totale energie

Hoofdstuk 2:
ENERGIE
Even herhalen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2:
ENERGIE
Even herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Benoemen welke temperatuurschalen er zijn
  • Energiestroomdiagram aflezen
  • Het begrip 'soortelijke warmte' herkennen 



  • Eenvoudig rekenen met soortelijke warmte
Wat je na deze les kan je:
Wat je al zou moeten kunnen:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een lampje aanzet, gaat een deel van de elektrische energie verloren
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

ingevuld 'waar' --> wat versta jij onder 'verloren gaan'?
Energieomzetting
Wet van behoud van energie: er gaat geen energie verloren, zie het energie-stroomdiagram:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energieomzetting
Er gaat geen energie verloren...
... maar niet alle energie wordt nuttig gebruikt

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft de letter 'c' aan?

A
Soortelijke weerstand
B
Soortelijke warmte
C
Warmtecapaciteit
D
Warmtecoëfficïent

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid van soortelijke warmte?
A
Joule (J)
B
Joule per gram (J/g)
C
Joule per graad Celsius (J/°C)
D
Joule per gram * graad Celsius (J/g*°C)

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soortelijke warmte
Soortelijke warmte = c
Hoeveelheid warmte er nodig is om 
1 gram van een stof 1 graad op te warmen.

Wat je al zou moeten kunnen

c in J/g* °C

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water verwarmen
Maakt het uit hoe veel water ik wil verwarmen?


Frits

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water verwarmen
Maakt het uit hoe veel water ik wil verwarmen?

Ja, meer water verwarmen duurt langer want er moet meer energie worden toegevoegd
Frits

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water verwarmen
Maakt het uit tot welke temperatuur ik het water verwarmen?


Frits

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water verwarmen
Maakt het uit tot welke temperatuur ik het water verwarmen?

Ja, hoe hoger de temperatuur, 
hoe meer energie er moet worden 
toegevoegd
Frits

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met soortelijke warmte
Stel... ik wil weten hoeveel energie ik moet toevoegen om 200 mL water aan de kook te brengen.

Dan kan je dit berekenen!
Frits

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel... ik wil weten hoeveel energie ik moet toevoegen om 200 mL water aan de kook te brengen. Welke gegevens heb ik daarvoor nodig?
A
massa en soortelijke warmte van water
B
massa, soortelijke warmte en temperatuur van water
C
soortelijke warmte van water
D
soortelijke warmte en temperatuur van water

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even rekenen
We verwarmen 200mL water van 15°C tot het kookpunt. Hoeveel warmte moet ik toevoegen?

Noteer voor jezelf:
m = ...
c = ...
ΔT = ...

De soortelijke warmte van water is 4,2 J/g*°C

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even rekenen
We verwarmen 200mL water van 15°C tot het kookpunt. Hoeveel warmte moet ik toevoegen?
 

m = 200 gram
c = 4,2 J/g*°C 
ΔT = 100°C-15°C = 85°C
1 liter = 1 kg
1 ml = 1 g

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even rekenen
m = 200 gram
c = 4,2 J/g*°C 
ΔT = 100°C-15°C = 85°C

Q = c * m * ΔT

Q = 200 * 4,2 * 85 = 71.400 J
1 liter = 1 kg
1 ml = 1 g

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik wil mijn bad vullen met 400 liter water van 39°C. Het water dat verwarmd moet worden heeft een begintemperatuur van 11°C. Bereken hoeveel warmte moet mijn CV ketel aan het water toevoegen voor mijn bad. Geef je berekening én antwoord.
timer
1:30

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking
m = 400 kg       400.000 gram
c = 4,2 J/g*°C
ΔT = 39°C-11°C = 28°C

Q = c * m * ΔT


Q = 400.000 * 4,2 * 28 = 47.040.000 J

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rest van de les:
Rekenen met formule lastig? 

Samen stap voor stap nog wat opgaven maken.
Kippetje?

Verzin zelf 2 oefenopgaven over soortelijke warmte en stuur deze via de chat naar PTA. Werk daarna aan opgave 6, 7 en 8.
Rond 13.00 sluiten we gezamenlijk de les af
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te maken werk
Maken 6, 7 en 8

Nakijken opgave 1 t/m 8



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies