4.1 - Een stroomkring maken (les 2)

Dag R2C! Ga op de juiste plek zitten, je bent GEEN LAPTOP nodig. Zorg dat je een etui op tafel hebt liggen.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag R2C! Ga op de juiste plek zitten, je bent GEEN LAPTOP nodig. Zorg dat je een etui op tafel hebt liggen.

Slide 1 - Tekstslide

Dag R2D! Ga op de juiste plek zitten, je bent GEEN LAPTOP nodig. Zorg dat je een etui op tafel hebt liggen.

Slide 2 - Tekstslide

4.1 - Een stroomkring maken (les2)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
4.1.3 - Je kunt een verschil tussen geleider en isolatoren beschrijven

4.1.4 - Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen. Deze kennis heb je opgedaan door een practicum te doen.

4.1.5 - Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

Slide 4 - Tekstslide

Waar hebben we het de vorige keer over gehad?

Slide 5 - Tekstslide

Gelijke lading             stoot af

Verschillende lading              trekt aan

-

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waarom krijg ik geen schok?

Slide 8 - Tekstslide

Isoleren en geleiden

Slide 9 - Tekstslide

Hoe bewegen ladingen?
Geleider: stoffen waar ladingen makkelijk doorheen stromen.
Zoals: koper, ijzer, aluminium
Isolator: stoffen waar ladingen moeilijk doorheen stromen.
Zoals: hout, lucht en plastic

Slide 10 - Tekstslide

Schakelaar
Als dit een lichtschakelaar is, in welk geval gaat de lamp dan branden, en waarom?

Slide 11 - Tekstslide

Schakelaar

Slide 12 - Tekstslide

De stroomsterkte meten
Met een stroommeter meten we de stroomsterkte in Ampère (A)
De stroomsterkte is overal in de kring even groot! Het maakt dus niet uit waar je meet.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijven we het op?


De stroomsterkte kan je meten met een

 Stroommeter. Deze meet het aantal ladingen dat op een bepaalde plek passeert in 1 seconde!

Stroomsterkte  kent de eenheid Ampere

Afgekort als [A]

Kleine waarden schrijf je als milli-ampere [mA)



Slide 14 - Tekstslide

Omrekenen
0,05 A = ……………………mA

0,25 A = ……………………mA

14 mA = ………………….A

750 mA = ……………………A

Slide 15 - Tekstslide

omrekenen
:1000
mA ——> A 

x1000
     A ——-> mA

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Ga in duos aan de slag met het practicum ''Geleiders en isolatoren''. 
Hoe? Je gaat fluisterend overleggen. Ik wil je niet kunnen horen.
Hoe lang? Tot het einde van de les
Klaar? Maak Paragraaf 4.1: opdrachten 2 t/m 8 en 10

Slide 18 - Tekstslide

Hoe bewegen ladingen?
Geleider: stoffen waar ladingen makkelijk doorheen stromen.
Zoals: ..........
Isolator: stoffen waar ladingen moeilijk doorheen stromen.
Zoals: ..........

Slide 19 - Tekstslide

Hoe bewegen ladingen?
Geleider: stoffen waar ladingen makkelijk doorheen stromen.
Zoals: koper, ijzer, aluminium
Isolator: stoffen waar ladingen moeilijk doorheen stromen.
Zoals: hout, lucht en plastic

Slide 20 - Tekstslide

Als een stroomkring niet is gesloten dan...
A
is er wel lading maar geen stroom
B
is er wel stroom maar geen lading

Slide 21 - Quizvraag

Een stof waar elektrische stroom gemakkelijk doorheen loopt noemen we een:
A
Isolator
B
Geleider
C
Schakelaar

Slide 22 - Quizvraag

De buitenkant van een snoer is van plastic, want plastic is een
De buitenkant van een snoer is van plastic. Plastic is een ...
A
isolerende stof
B
geleidende stof

Slide 23 - Quizvraag

Geef het symbool voor Ampère
A
mA
B
a
C
A

Slide 24 - Quizvraag

De hoeveelheid lading die per seconde voorbij komt noemen we de...
A
Stroomsterkte
B
Ampère
C
Stroom

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video