4.1 - Een stroomkring maken (les 3)

Dag R2B! Ga op de juiste plek zitten, je bent GEEN LAPTOP nodig. Zorg dat je een etui op tafel hebt liggen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag R2B! Ga op de juiste plek zitten, je bent GEEN LAPTOP nodig. Zorg dat je een etui op tafel hebt liggen.

Slide 1 - Tekstslide

Dag R2C! Ga op de juiste plek zitten. Zorg dat je bent ingelogd op lessonup.app. Doe daarna je laptop op een kiertje!

Slide 2 - Tekstslide

Dag R2D! Ga op de juiste plek zitten. Zorg dat je bent ingelogd op lessonup.app. Doe daarna je laptop op een kiertje!

Slide 3 - Tekstslide

4.1 - Een stroomkring maken (les2)

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
4.1.3 - Je kunt een verschil tussen geleider en isolatoren beschrijven

4.1.4 - Je kunt een aantal geleiders en isolatoren benoemen. Deze kennis heb je opgedaan door een practicum te doen.

4.1.5 - Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet

Slide 5 - Tekstslide

Waar hebben we het de vorige keer over gehad?

Slide 6 - Tekstslide

Waarom krijg ik geen schok?

Slide 7 - Tekstslide

Isoleren en geleiden

Slide 8 - Tekstslide

Hoe bewegen ladingen?
Geleider: stoffen waar ladingen makkelijk doorheen stromen.
Zoals: ...................
Isolator: stoffen waar ladingen moeilijk doorheen stromen.
Zoals: ...................

Slide 9 - Tekstslide

Hoe bewegen ladingen?
Geleider: stoffen waar ladingen makkelijk doorheen stromen.
Zoals: koper, ijzer, aluminium
Isolator: stoffen waar ladingen moeilijk doorheen stromen.
Zoals: hout, lucht en plastic

Slide 10 - Tekstslide

De stroomsterkte meten
Met een stroommeter meten we de stroomsterkte in Ampère (A)
De stroomsterkte is overal in de kring even groot! Het maakt dus niet uit waar je meet.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe schrijven we het op?


De stroomsterkte kan je meten met een

 Stroommeter. Deze meet het aantal ladingen dat op een bepaalde plek passeert in 1 seconde!

Stroomsterkte  kent de eenheid Ampere

Afgekort als [A]

Kleine waarden schrijf je als milli-ampere [mA)



Slide 12 - Tekstslide

Omrekenen
0,05 A = ……………………mA

0,25 A = ……………………mA

14 mA = ………………….A

750 mA = ……………………A

Slide 13 - Tekstslide

omrekenen
:1000
mA ——> A 

x1000
     A ——-> mA

Slide 14 - Tekstslide

1250 mA = ...... A

Slide 15 - Open vraag

800 mA = ... A

Slide 16 - Open vraag


Vul in...
0,375 A =……………. mA

Slide 17 - Open vraag

Reken om:
1,7 A = .............mA

Slide 18 - Open vraag

Reken om:
a 5 mA = … A
b 452 mA = … A
c 5,75 A = … mA
d 0,85 A = … mA

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak H4.1 - 1 t/m 10 

Hoe? Je mag fluisterend overleggen. Ik wil je niet kunnen horen.

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Ga aan de slag met de test jezelf.

Slide 21 - Tekstslide