Mens en Omgeving H4,5,6,7
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een baliemedewerker moet representatief zijn. Wat betekent ‘representatief’?
A
Dat je aardig en klantvriendelijk bent
B
Dat je de omgangsregels die gelden in het bedrijf kunt toepassen.
C
Dat je het bedrijf en alle medewerkers goed kent.
D
Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort.
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bedrijfskleding draag je, omdat:
A
Het makkelijk zit
B
Je thuis niet zo veel hoeft te wassen
C
Het verplicht is
D
Herkenbaar te zijn voor klanten
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort nog meer bij persoonlijke hygiëne?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef voorbeelden van non-verbale communicatie
non-verbale
communicatie
communicatie
Slide 5 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
In een presentatie gebruik je non-verbale communicatie en verbale communicatie.
Wat betekent verbale communicatie?
Wat betekent verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
als ik actief
luister dan...
(vul in)
luister dan...
(vul in)
Slide 7 - Woordweb
Actief luisteren is een manier van luisteren waarbij je andere signalen dan de woorden van je gesprekspartner ‘leest'.
Op deze manier wek je vertrouwen en creëer je een klimaat waarin je ook je eigen wensen, ideeën en gevoelens bespreekbaar maakt.
Bedenk een open vraag die je aan een klasgenoot zou kunnen vragen?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Je bent in het café en er komt iemand naar je toe die een beetje wankel loopt. Bedenk een gesloten vraag.
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Is een sollicitatiebrief formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe voer je een zakelijk
telefoongesprek?
Schreeuwen &%#&*
Hallo
Goedemiddag
Wat wil je?
Goedemorgen
Waarmee kan ik u van dienst zijn?
Fijne dag
Doei
Ja hallo
Duidelijk praten
Notitie herhalen
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Marjon werkt als helpende Zorg en Welzijn in een verzorgingstehuis. Haar cliënt heeft last van haar buik. Marjon rapporteert haar bevindingen aan de collega die werkt als verzorgende. Op welke manier heeft Marjon gerapporteerd?
A
Mondeling rapporteren
B
Schriftelijk rapporteren
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zijn de volgende uitspraken objectief of subjectief?
Sleep de zin naar objectief of subjectief
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
De dochter van mevrouw Bos kwam haar vandaag bezoeken in het woonzorgcentrum
Mevrouw Bos was aan het huilen.
Meneer de Buis is jarig en had een mooie overhemd aan vandaag.
Mevrouw Stijn had vandaag geen koorts meer.
Meneer de Vries heeft pukkels op zijn gezicht.
Mevrouw de Bos en haar dochter hebben een hechte band.
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem een hulpmiddel die met de veiligheid van kinderen te maken heeft
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is ergonomisch werken?
A
Werken met de juiste lichaamshouding
B
Werken zodat het zo min mogelijk moeite kost
C
Heel snel werken
D
Werken op een manier dat goed is voor het milieu
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Arbowet is:
A
Wet voor een gezonde en veilige werkplek
B
Regel dat overheid werk moet regelen
C
Wet wat alleen geld voor de bouwsector
D
Wet dat je sollicitatieplicht hebt
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Robotica
Domotica
Slide 17 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is domotica?
A
Een ernstige ziekte
B
Elektronische aanpassingen in een woning
C
Medicijnen om goed te kunnen slapen
D
Een ander woord voor zelfredzaamheid
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de nadelen aan Domotica:
(blz 231)
(blz 231)
A
Storing in de techniek zodat er geen melding komt
B
Personeel moet wennen aan de nieuwe manier van werken
C
Cliënten kunnen het gevoel hebben dat iedereen alles weet/ziet. (privacy)
D
Cliënten moeten zich veilig voelen met nieuwe technieken
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat verstaan we onder de grondhouding
A
Respect
Empathie
Echtheid
B
Respect
Echtheid
Waarheid
C
Waarheid
Empathie
Open houding
D
Gesloten houding
Respect
Waarheid
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen aspect van de grondhouding?
A
Luisteren
B
Acceptatie
C
Respect
D
Minacht
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wat zijn geschreven regels?
A
de regels die je normaal niet gebruikt
B
regels die iedereen gebruikt
C
De regels die in een organisatie zijn-vastgesteld
D
regels die alleen op school gelden
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn geschreven regels?
A
Regels die je gewoon mondeling zegt
B
Regels die op papier staan
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ongeschreven regels zijn ....?
A
Regels die overal ophangen
B
Verkeersregels
C
Regels die niet op papier staan
D
Regels die op papier staan
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent:
omgangsvormen?
A
Of je er goed uit ziet
B
De manier waarop je met elkaar om gaat
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
