In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Voorlichting - Doel - Kenmerken
Advies - Doel - Aandachtspunten
Planmatige aanpak
Afsluiting
Doel: De student kan aan het einde van de les via de planmatige aanpak voorlichting en advies geven.
Slide 2 - Tekstslide
Je geeft de zorgvrager informatie over specifieke onderwerpen.
Je geeft de zorgvrager deskundige suggesties en raad.
Je legt de zorgvrager iets uit en je doet voor hoe iets werkt.
Instructie
Advies
Voorlichting
Slide 3 - Sleepvraag
Voorlichting
Voorlichting geven betekent dat je de zorgvrager informatie geeft over specifieke onderwerpen. De voorlichting helpt de zorgvrager om beter voor zichzelf te zorgen.
Slide 4 - Tekstslide
Doel van een voorlichting
1. Vergroten van de kennis van de zorgvrager.
2. Verminderen van de onzekerheid en angst bij de zorgvrager.
3. Goede voorlichting zorgt voor beter geïnformeerde zorgvragers.
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken van een voorlichting.
1. Er moet van tevoren een duidelijk doel gesteld worden.
2. Bij goede voorlichting is er sprake van tweerichtingsverkeer tussen de verpleegkundige en de zorgvrager.
3. De zorgvrager moet centraal staan.
4. De voorlichting moet herhaald worden.
Slide 6 - Tekstslide
Advies
Adviseren betekent dat je deskundige suggesties en raad geeft.
Je geeft advies over:
Leef- en gedragsregels
Hulpmiddelen
Behandeling of therapie
Onderzoek
Slide 7 - Tekstslide
timer
0:30
Kennisdoel
Houdingsdoel
Gedragsdoel
Zijn erop gericht dat de zorgvrager met behulp van jouw advies een bepaald gedrag verandert of een bepaalde vaardigheid aanleert.
Streef je na dat de zorgvrager door jouw advies zelf informatie kan opzoeken die voor hem interessant is.
Hebben betrekking op het veranderen van gevoelens, houdingen en opvattingen van de zorgvrager op basis van jouw individuele advies.
Slide 8 - Sleepvraag
Aandachtspunten bij het geven van Advies
1. Sluit aan bij het verpleegplan
2. Sluit met jouw advies aan bij wat de zorgvrager al weet en wat hij kan begrijpen
3. Geef de adviezen op het juiste tijdstip.
4. Betrek de familie bij het advies.
Slide 9 - Tekstslide
Planmatige aanpak
Slide 10 - Tekstslide
1. Verzamelen van gegevens
Slide 11 - Tekstslide
2. Bepalen van gedragsfactoren
Een gedragsanalyse kan meer inzicht geven in het gedrag zelf en duidelijk maken door welke factoren het in stand wordt gehouden.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
3. Plan van Aanpak
1. Kies een doelstelling
2. Stel de aandachtspunten aan de orde
3. Zorg voor extra materialen.
Ezelbruggetje: 7 W's.
Wie, waarom, wat, wijze, waar, wanneer, wie doet wat
Slide 14 - Tekstslide
4. Uitvoeren van de voorlichting/Advies
Het is belangrijk dat je de zorgvrager voorlicht, adviseert en motiveert om zijn gedrag te veranderen.
Voorlichting richt zich voornamelijk op blijvende gedragsveranderingen.
Slide 15 - Tekstslide
timer
0:30
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Fase 6
Volhouden
Doen
Kunnen
Willen
Begrijpen
Openstaan
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
5. Evalueren
Procesevaluatie: waren de gekozen middelen geschikt?
Effect evaluatie: resultaat?
Kosten-baten analyse
Slide 18 - Tekstslide
Jij bent als verpleegkundige in de wijk bij mevrouw Bos. Mevrouw valt regelmatig, jij wil mevrouw voorlichten over het dragen van de rode knop. Mevrouw Bos wil er (nog) niet aan, ze zegt: ''ik ben altijd zelfstandig geweest''.
Waar richt jij jouw voorlichting op?
timer
0:10
A
Begrijpen
B
Willen
C
Openstaan
D
Doen
Slide 19 - Quizvraag
De fysiotherapeut zegt tegen meneer de Groot: 'Nu u geopereerd bent aan uw hart, is uw lichaam in principe weer goed in staat om te bewegen. U hoeft dus niet meer bang te zijn om te bewegen.'' Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel
Slide 20 - Quizvraag
De tandarts zegt tegen mevrouw Wit: 'U kunt voorkomen dat u gaatjes krijgt door drie keer per dag uw tanden te poetsen in plaats van één keer per dag.'' Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel
Slide 21 - Quizvraag
De verpleegkundige zegt tegen een zorgvrager met diabetes: 'Het hormoon insuline zorgt ervoor dat het bloedsuikergehalte in orde blijft. Bij diabetes heeft het lichaam te weinig insuline.' Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:10
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel
Slide 22 - Quizvraag
Zet de stappen van planmatige aanpak in de juiste volgorde, door het juiste getal naar de stap te slepen, beginnend bij 1.
Kies een begrip die past bij de stap in de planmatige aanpak.