Aanpak VAI

VIA--> Voorlichting, Advies & instructie
21-01-2020
6 okt. 2021
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

VIA--> Voorlichting, Advies & instructie
21-01-2020
6 okt. 2021

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhalen en kiijken naar de opdrachten
  2. Voorlichting
    - Doel
    - Kenmerken
  3. Advies
    - Doel
    - Aandachtspunten
  4. Planmatige aanpak
Doel: De student kan aan het einde van de les via de planmatige aanpak voorlichting en advies geven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je geeft de zorgvrager informatie over specifieke onderwerpen.
Je geeft de zorgvrager deskundige suggesties en raad.
Je legt de zorgvrager iets uit en je doet voor hoe iets werkt.
Instructie
Advies
Voorlichting

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van voorlichting
1. Vergroten van de kennis van de zorgvrager. 
2. Verminderen van de onzekerheid en angst bij de zorgvrager. 
3. Goede voorlichting zorgt voor beter geïnformeerde zorgvragers

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlichting
Voorlichting geven betekent dat je de zorgvrager informatie geeft over specifieke onderwerpen. De voorlichting helpt de zorgvrager om beter voor zichzelf te zorgen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende elementen horen bij voorlichting


  1. communiceren
  2. weten wat belangrijk is
  3. ontwikkelen van gewenst gedrag
  4. informatie overdragen
  5. meer kennis en inzicht verschaffen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een voorlichting.

1. Er moet van tevoren een duidelijk doel gesteld worden.
2. Bij goede voorlichting is er sprake van tweerichtingsverkeer tussen de verpleegkundige en de zorgvrager. 
3. De zorgvrager moet centraal staan. 
4. De voorlichting moet herhaald worden. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advies
Adviseren betekent dat je deskundige suggesties en raad of tip geeft.
Je geeft advies over:
  • Leef- en gedragsregels
  • Hulpmiddelen
  • Behandeling of therapie
  • Onderzoek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is instructie
  1. hoort bij een handeling
  2. is gerichte informatie over hoe, wanneer of op welke manier iets moet gebeuren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Kennisdoel
Houdingsdoel
Gedragsdoel
Zijn erop gericht dat de zorgvrager met behulp van jouw advies een bepaald gedrag verandert of een bepaalde vaardigheid aanleert.
Streef je na dat de zorgvrager door jouw advies zelf informatie kan opzoeken die voor hem interessant is.
Hebben betrekking op het veranderen van gevoelens, houdingen en opvattingen van de zorgvrager op basis van jouw individuele advies.

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij het geven van Advies

1. Sluit aan bij het verpleegplan
2. Sluit met jouw advies aan bij wat de zorgvrager al weet en wat hij kan begrijpen
3. Geef de adviezen op het juiste tijdstip.
4. Betrek de familie bij het advies. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planmatige aanpak

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Verzamelen van gegevens

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Bepalen van gedragsfactoren
Een gedragsanalyse kan meer inzicht geven in het gedrag zelf en duidelijk maken door welke factoren het in stand wordt gehouden.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Plan van Aanpak
1. Kies een doelstelling
2. Stel de aandachtspunten aan de orde
3. Zorg voor extra materialen.

Ezelbruggetje: 7 W's.
Wie, waarom, wat, wijze, waar, wanneer, wie doet wat


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Uitvoeren van de voorlichting/Advies

Het is belangrijk dat je de zorgvrager voorlicht, adviseert en motiveert om zijn gedrag te veranderen.

Voorlichting richt zich voornamelijk op blijvende gedragsveranderingen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Fase 6
Volhouden
Doen
Kunnen
Willen
Begrijpen
Openstaan

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Evalueren
  • Procesevaluatie: waren de gekozen middelen geschikt?
  • Effect evaluatie: resultaat?
  • Kosten-baten analyse

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij bent als verpleegkundige in de wijk bij mevrouw Bos. Mevrouw valt regelmatig, jij wil mevrouw voorlichten over het dragen van de rode knop. Mevrouw Bos wil er (nog) niet aan, ze zegt: ''ik ben altijd zelfstandig geweest''.

Waar richt jij jouw voorlichting op?
timer
0:10
A
Begrijpen
B
Willen
C
Openstaan
D
Doen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De fysiotherapeut zegt tegen meneer de Groot: 'Nu u geopereerd bent aan uw hart, is uw lichaam in principe weer goed in staat om te bewegen. U hoeft dus niet meer bang te zijn om te bewegen.''
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De tandarts zegt tegen mevrouw Wit: 'U kunt voorkomen dat u gaatjes krijgt door drie keer per dag uw tanden te poetsen in plaats van één keer per dag.''
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verpleegkundige zegt tegen een zorgvrager met diabetes: 'Het hormoon insuline zorgt ervoor dat het bloedsuikergehalte in orde blijft. Bij diabetes heeft het lichaam te weinig insuline.'
Op welke doel richt deze voorlichting zich?
timer
0:10
timer
0:30
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de  stappen van planmatige aanpak in de juiste volgorde, door het juiste getal naar de stap te slepen, beginnend bij 1. 

Kies een begrip die past bij de stap in de planmatige aanpak.
Evaluatie 
Uitvoeren
Opstellen plan van aanpak
Bepalen van gedragsfactoren
Verzamelen van gegevens
1
2
3
4
5
Gedragsverandering
Gezondheidskundige analyse
Doelen
Gedragsanalyse
Proces

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planmatige aanpak

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is gezondheid

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Als mensen de problemen in het dagelijkse leven samen met familieleden, buren en naasten proberen op te lossen
A
zelfredzaamheid
B
samenredzaamheid

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je eenmaal geleerd hebt hoe je je gezondheid in stand kunt houden of bevorderen, hoef je daarover niets meer bij te leren
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheid is alleen lichamelijk en geestelijk
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het sociaal welbevinden
de psychische gezondheid
de lichamelijke gezondheid

balans tussen actief en ontspanning

het leven leiden dat bij je past

is afhankelijk van omstandigheden

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

primaire preventie

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

secundaire preventie

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

tertiaire preventie

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Primaire, secundaire en tertiaire preventie onderscheiden zich van elkaar door de mate waarin ongezondheid voorkomen kan worden
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HIV-dragers gebruiken medicijnen om hun weerstand te verhogen. ze kunnen daarmee aids voorkomen
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de overheid geeft uitgebreid voorlichting over de besmetting van hiv
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

borst onderzoek
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

mesoniveau
macroniveau
microniveau

op de individuele zorgvrager

op de samenleving

aan specifieke groepen

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorlichtingsmoment bestaat uit drie van elkaar te onderscheiden fasen
A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patiëntenbegeleiding is geen patiëntenvoorlichting
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In voorlichting werken concrete voorbeelden vaak het beste
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfredzaamheid en een voorbeeld

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

zelfmanagement

Slide 46 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Als verpleegkundige houd je je vooral bezig met het signaleren van gezondheidsproblemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een zorgvrager een onderzoek moet ondergaan moet hij/zij geïnformeerd worden over de mogelijke complicaties
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een zorgvrager de informatie van de arts niet goed heeft begrepen dan geef je uitleg.
A
juist
B
onjuist

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoger de gemiddelde leeftijd van Nederlanders, hoe meer multimorbiditeit
A
juist
B
onjuist

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

voorlichting
instructie
advies

iemand iets aanraden of een tip geven 

informatie over hoe, wanneer of op welke manier iets moet gebeuren

weloverwogen informatie geven

Slide 51 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef drie kenmerken van een goed advies.

Slide 52 - Woordweb

– uitvoerbaar
– eenduidig (geformuleerd)
– door zorgvrager te begrijpen
– afgestemd op omstandigheden zorgvrager
– in belang van zorgvrager
– op deskundigheid gebaseerd

opdracht:
  • ontwikkel een folder

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies