15_Vaste dichtvormen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

p. 188

Zoek het gedicht op p. 189-190.

1. tekst c
2. tekst d
3. tekst a
4. tekst b

Welke tekstkenmerken heeft een gedicht?

Welk taalgebruik is kenmerkend
voor een gedicht?

Lees het gedicht. Beschrijf de inhoud in drie zinnen.

Welk gevoel komt uit het gedicht naar voren?

Geef 2 argumenten waarom je het (g)een mooi gedicht vond.

- denk er even over na

- deel met je schouderpartner

- noteer

Geef 2 argumenten waarom je dit (g)een mooi gedicht vindt.

Welk tekstdoel heeft een gedicht?

1. overtuigen
2. vertellen
3. amuseren
4. ontroeren

5. Plaats nu het teksttype - tekstdoel - tekstsoort bij alle voorbeelden.

p. 189-190 

Welke tekstsoort is een gedicht?

1. persuasieve tekst
2. opiniërende tekst
3. narratieve tekst
4. prescriptieve tekst

oplossing vraag 5

a. interview - informeren - informatieve tekst

b. gedicht - ontroeren - narratieve tekst

c. recept - voorschrijven - prescriptieve tekst

d. uitnodiging - overtuigen - persuasieve tekst

e. trainingsschema - informeren - informatieve tekst

f. recensie - opiniëren - opiniërende tekst

Ontdek de dichtvormen in groep!
p. 191-194

• haiku
• limerick
• andere vormen: elfje, naamdicht, ballade

p. 192

p. 192

p. 193

p. 193

p. 193

p. 193

p. 193

p. 194

p. 194

Welke dichtvorm
is dit?

1. haiku
2. limerick
3. ballade
4. naamdicht

Welke dichtvorm
is dit?

1. haiku
2. limerick
3. ballade
4. elfje

Welke dichtvorm
is dit?

1. haiku
2. elfje
3. ballade
4. naamdicht