Unit 7: comparatives

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What is an adjective (bijvoeglijk naamwoord)?

Slide 2 - Open vraag

geef in het Nederlands een voorbeeld van de trappen van vergelijking

Slide 3 - Open vraag

Grammar: Degrees of comparison

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
Tall?
A
taller-tallst
B
taller-tallest
C
more tall-most tall
D
tallier-talliest

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
incredible?
A
incredibler- incrediblest
B
more incredibler - most incrediblest
C
incredibleer - incredibleest
D
more incredible - most incredible

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
bad?
A
badder - baddest
B
worse - worst
C
bader - badest
D
more bad- most bad

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
famous?
A
famouser- famousest
B
more famous- most famous
C
famousser - famoussest
D
more famouser - most famousest

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
important?
A
importanter -importantest
B
more important - most important
C
more importanter - most importantest
D
importantly - importantliest

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
good?
A
gooder - goodest
B
beter - best
C
better - best
D
more good - most good

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?
A
easier - easiest
B
more easy - most easy
C
easyer - easyest
D
easyr - easyst

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
biger- bigest
B
more big- most big
C
bigger- biggest
D
more bigger - most biggest

Slide 12 - Quizvraag

My brother is .............. than me. He is the ................ boy I know!
A
lazier - laziest
B
the lazier - laziest
C
lazyer - lazyest
D
more lazy - most lazy

Slide 13 - Quizvraag

A tv is ................. than a radio. A car is the ................................. .
A
expensiveer - expensiveest
B
expensiver - expensivest
C
most expensive - more expensive
D
more expensive - most expensive

Slide 14 - Quizvraag

Degrees of comparison

That event is the .... (dangerous) event in the world.

Slide 15 - Open vraag

Degrees of comparison

My mum is the ... (nice) woman in the world.

Slide 16 - Open vraag

Degrees of comparison

This movie is .... (scary) than the one we saw last week.

Slide 17 - Open vraag

Degrees of comparison
Katy is ..... (happy) than her friend.

Slide 18 - Open vraag

I understand the degrees of comparison!
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll