We bedoelen met ‘de groei van de economie’ de groei van de productie en dus het reële nationaal inkomen.
Op korte termijn wordt de groei van de productie bepaald door de effectieve vraag. Een producent wil in principe net zoveel aanbieden als er gevraagd wordt. De effectieve vraag in de economie wordt bepaald door de bestedingen:
EV = C + I + O + E - M
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De effectieve vraag: de bestedingen
We bedoelen met ‘de groei van de economie’ de groei van de productie en dus het reële nationaal inkomen.
Op korte termijn wordt de groei van de productie bepaald door de effectieve vraag. Een producent wil in principe net zoveel aanbieden als er gevraagd wordt. De effectieve vraag in de economie wordt bepaald door de bestedingen:
EV = C + I + O + E - M
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Welkom!
Ben je klaar voor de les?
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Introductie Economische Modellen
Doorrekening CPB
Slide 4 - Tekstslide
www.telegraaf.nl
Slide 5 - Link
Centraal Planbureau
Economisch adviesinstituut
Overheidsinstituut, maar
Onafhankelijk & gezaghebbend
Voorbeeld: Doorrekenen verkiezingsprogramma's
Voorspellen van de toekomst?
Slide 6 - Tekstslide
nos.nl
Slide 7 - Link
Slide 8 - Tekstslide
Economische modellen
Versimpeling van een deel van de werkelijkheid
Theoretisch model => hoe denken we dat iets werkt?
Empirisch model => gebruik van data => testen van theorie
Testen van beleid => ambtenarij, politiek, bedrijfsleven
Voorspellen van de toekomst?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Lesdoelen
Introductie Economische Modellen
Doorrekening CPB
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wat is laagconjunctuur?
A
Gemiddelde economische groei
B
Groei van de bestedingen hoger dan de trend
C
Groei vd bestedingen lager dan de trend
D
Krimp van de economie
Slide 17 - Quizvraag
Waar denk je aan bij laagconjunctuur?
Slide 18 - Woordweb
Wat gebeurt er met de voorraden bij hoogconjunctuur
A
De voorraden blijven gelijk
B
De voorraden dalen
C
De voorraden stijgen
D
De voorraden stagneren
Slide 19 - Quizvraag
Krimp
Trend
Overbesteding
Bestedingen zijn groter dan het aanbod
Daling van het BBP
Gemiddelde groei
Slide 20 - Sleepvraag
Henry Ford de autofabrikant gaf zijn personeel loonsverhoging want zij moesten ook een auto kunnen kopen. Henry was kennelijk een aanhanger van:
A
De klassieke econoom Adam Smith
B
De econoom John Maynard Keynes
C
De econoom Milton Friedman
D
De econoom Ricardo
Slide 21 - Quizvraag
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Slide 22 - Sleepvraag
Anticyclisch conjunctuurbeleid
Bij laagconjunctuur de bestedingen stimuleren door
Belastingverlaging
Overheidsbestedingen verhogen
Bij hoogconjunctuur de bestedingen afremmen door
Belastingverhoging
Bezuinigen op overheidsbestedingen
Slide 23 - Tekstslide
Pro cyclisch conjunctuurbeleid
Bij laagconjunctuur:
De belastingen verhogen
De overheidsbestedingen verlagen
Bij hoogconjunctuur:
De belastingen verlagen
De overheidsbestedingen verhogen
Slide 24 - Tekstslide
Anti-cyclisch en pro-cyclisch
Slide 25 - Tekstslide
Het beste voorbeeld om conjuncturele werkloosheid op te lossen is:
A
De loonbelasting verhogen
B
Klassiek-monetair beleid (niet ingrijpen)
C
Anti-cyclisch begrotingsbeleid
Slide 26 - Quizvraag
Als de overheid bij laagconjunctuur anticyclisch begrotingsbeleid wil voeren, moet zij .....
A
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verlagen
B
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verhogen
C
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verlagen
D
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verhogen
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Multiplierwerking:
Overheid geeft meer geld uit
De productie en de inkomens stijgen
Door inkomensstijging stijgt de consumptie weer, productie stijgt, inkomens stijgen weer............
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Keynes
Loondaling in laagconjunctuur lost de werkeloosheid niet op.