Economische modellen hoofdstuk 1 en 2

Wat is laagconjunctuur?
A
Gemiddelde economische groei
B
Groei van de bestedingen hoger dan de trend
C
Groei vd bestedingen lager dan de trend
D
Krimp van de economie
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is laagconjunctuur?
A
Gemiddelde economische groei
B
Groei van de bestedingen hoger dan de trend
C
Groei vd bestedingen lager dan de trend
D
Krimp van de economie

Slide 1 - Quizvraag

Waar denk je aan bij laagconjunctuur?

Slide 2 - Woordweb

Wat gebeurt er met de voorraden bij hoogconjunctuur
A
De voorraden blijven gelijk
B
De voorraden dalen
C
De voorraden stijgen
D
De voorraden stagneren

Slide 3 - Quizvraag

Krimp
Trend
Overbesteding
Bestedingen zijn groter dan het aanbod
Daling van het BBP
Gemiddelde groei

Slide 4 - Sleepvraag

Henry Ford de autofabrikant gaf zijn personeel loonsverhoging want zij moesten ook een auto kunnen kopen. Henry was kennelijk een aanhanger van:
A
De klassieke econoom Adam Smith
B
De econoom John Maynard Keynes
C
De econoom Milton Friedman
D
De econoom Ricardo

Slide 5 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid

Slide 6 - Sleepvraag

Anticyclisch conjunctuurbeleid
Bij laagconjunctuur de bestedingen stimuleren door
Belastingverlaging
Overheidsbestedingen verhogen

Bij hoogconjunctuur de bestedingen afremmen door
Belastingverhoging
Bezuinigen op overheidsbestedingen

Slide 7 - Tekstslide

Pro cyclisch conjunctuurbeleid
Bij laagconjunctuur:
De belastingen verhogen
De overheidsbestedingen verlagen

Bij hoogconjunctuur:
De belastingen verlagen
De overheidsbestedingen verhogen

Slide 8 - Tekstslide

Anti-cyclisch en pro-cyclisch

Slide 9 - Tekstslide

Het beste voorbeeld om conjuncturele werkloosheid op te lossen is:
A
De loonbelasting verhogen
B
Klassiek-monetair beleid (niet ingrijpen)
C
Anti-cyclisch begrotingsbeleid

Slide 10 - Quizvraag

Als de overheid bij laagconjunctuur anticyclisch begrotingsbeleid wil voeren, moet zij .....


A
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verlagen
B
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verhogen
C
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verlagen
D
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verhogen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Multiplierwerking:
Overheid geeft meer geld uit
De productie en de inkomens stijgen
Door inkomensstijging stijgt de consumptie weer, productie stijgt, inkomens stijgen weer............

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Keynes
  • Loondaling in laagconjunctuur lost de werkeloosheid niet op.
  • Koopkracht neemt af--> daling effectieve vraag (productie)
  • Werkloosheid stijgt
  • Land in neerwaartse spiraal

Slide 15 - Tekstslide

Adam Smith
1723 Geboren in Schotland
1737 studeren in Glasgow, Later in Oxford.
1748 professor
1764 op reis als reisgezel
1767 Start beroemd boek
1790 Overlijdt.

Slide 16 - Tekstslide

Markten
Adam Smith --> staat bekend als de grondlegger van de economische leer. Zijn belangrijkste werk komt uit het jaar 1776.
Hij zei: de markt regelt zichzelf wel. Dit kwam tot stand door de ‘onzichtbare hand’ van vraag en aanbod.



Slide 17 - Tekstslide

Macro Vraag en Aanbod
Effectieve Vraag: C + I + O + (E-M)

Slide 18 - Tekstslide

De effectieve vraag: de bestedingen

We bedoelen met ‘de groei van de economie’ de groei van de productie en dus het reële nationaal inkomen.

Op korte termijn wordt de groei van de productie bepaald door de effectieve vraag. Een producent wil in principe net zoveel aanbieden als er gevraagd wordt. De effectieve vraag in de economie wordt bepaald door de bestedingen:

EV = C + I + O + E - M 

Slide 19 - Tekstslide

Wat verstaan we onder anticyclisch begrotingsbeleid tijdens hoogconjunctuur?
A
EV afremmen
B
EV stimuleren

Slide 20 - Quizvraag