In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
boek, schrift en rekenmachine op tafel
Wat gaan we doen
week tegen pesten
vorige les
Lesdoelen
uitleg paragraaf 2
zelfstandig aan het werk
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
§2.1 Waarmee betaal je?
• wat de functies van geld zijn
• hoe je op verschillende manieren kunt betalen
• welke rol banken hebben in het geldverkeer
In deze les heb je geleerd:
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
§2.2 Sparen of beleggen?
•welke redenen er zijn om te sparen
•hoe je berekent wat sparen aan rente oplevert
•wat de voor- en nadelen van beleggen zijn
In deze les leer je:
Slide 5 - Tekstslide
Sparen
Sparen: een deel van je inkomen niet uitgeven Iemand die spaart, besteedt pas later geld dat hij nu verdient.
Slide 6 - Tekstslide
2.2 Sparen of beleggen? (deel 1)
Sparen
Redenen om te sparen (= spaarmotieven)
Sparen:
het niet uitgeven van je geld
Sparen voor de rente
Sparen voor een bepaald doel
Sparen uit voorzorg
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
2.2 Sparen of beleggen (deel 2)
Enkelvoudige rente
-> je krijgt rente aan het einde van het jaar uitbetaald
Samengestelde rente
-> de rente wordt bijgeschreven op je rekening
-> het jaar erna krijg je rente over je spaarbedrag en over de ontvangen rente ('rente op rente')
Let op! rente op een spaarrekening kan variabel zijn!!
Slide 10 - Tekstslide
2.2 Sparen of beleggen? (deel 1)
Sparen
Je ontvangt rente
Rentebedrag is afhankelijk van
Rentepercentage
De hoogte van het spaargeld
De periode dat het geld op een spaarrekening staat
Rente:
een vergoeding voor iemand die zijn geld beschikbaar stelt aananderen
Slide 11 - Tekstslide
Rekenen met enkelvoudige rente
Robert zet €1.500 op een spaardeposito
Hij ontvangt van de bank 1,5% rente
Hoeveel rente ontvangt hij na 1 jaar
Hoeveel rente ontvangt hij totaal na 3 jaar?
Wat is de formule?
Spaardeposito:
een spaarrekening waarop het geld voor een afgesproken periode vast staat tegen een vaste rente. De rente op een spaardeposito wordt gewoonlijk na iedere periode naar je betaalrekening overgemaakt.
Vraag 15
2.2 Sparen of beleggen? (deel 1)
Slide 12 - Tekstslide
Je hebt €2.500 op je spaarrekening. Je krijgt 1,4% rente.